Glühweinkruiden

De oorsprong van Glühwein is grotendeels verborgen in de historie, maar zo af en toe ontdekken we in de geschiedenis een glimp van die warme wijn. Als basis voor glühwein wordt veelal rode wijn gebruikt, al bestaan er recepten die gebruik maken van witte wijn. De wijn wordt op smaak gebracht met diverse specerijen, waaronder kaneel, kruidnagel, steranijs en kardemom. Soms worden citrusschillen of zelfs rozijnen toegevoegd.
Waarom is glühwein ooit ontstaan, zo kun je je afvragen. Het waren de Romeinen die op hun veroveringstochten door Europa vanuit het heerlijke warme Mediterrane klimaat naar Noord-Europa trokken en daar tot de ontdekking kwamen dat het weer daar in verhouding een stuk mistroostiger was. Van de herfst tot de daarop volgende lente was het er koud, klam en kil. De Romeinen konden dus zo af en toe wel een warme drank gebruiken. Omdat koffie, thee en cacao nog niet waren ontdekt was een warme wijn met verwarmende specerijen een perfecte oplossing. Natuurlijk werd de warme drank steeds populairder, zeker omdat het verschillende medicinale en zelfs lustverhogende effecten zou bezitten.

De eerste meldingen over een gekruide en verwarmde wijn stammen daardoor uit de 2de eeuw. Romeinse schrijvers als Plinius de Oudere en Apicius schreven erover. Wat later ontdekken we een warme gekruide wijn met de naam vīnum Hippocraticum, hetgeen later verwaterde tot hippocras, hipocras of hypocras.

Een Engels kookboek uit 1390, The Forme of Cury, bevat een recept 'Pur fait Ypocras' ('Om hippocras te maken') en meldt dat kaneel, gember, laos, kruidnagel, lange peper, nootmuskaat, marjolein, kardemom en paradijskorrels ('spykenard de Spayn' – rozemarijn kan als vervanging dienen) dienen te worden vermalen. De mix wordt gemengd met rode wijn en suiker.

Omdat de glühwein door de Romeinen vooral in de barre Noord-Europese wintermaanden werd gedronken, ontstond ongemerkt een traditie. In veel landen werd de glühwein daardoor alleen rond Kerstmis gedronken. Drink je hem rond Sinterklaas dan noemen we diezelfde wijn bisschopswijn. De Britten hebben hun mulled wine. In Scandinavië bestaat diezelfde traditie ook, al heet het brouwsel daar gløgg (Noors en Deens), glögg (Zweeds en IJslands) glögi (Fins en Estlands). Daar wordt de drank op 13 december veel gedronken op het Luciafeest, de naamdag van de heilige Sint Lucia. Het interessante is dat Lucia nimmer een échte heilige is geweest: Lucia is afgeleid van het Latijnse woord Lux ('licht'). Het is een heidens feest in een Christelijk jasje.

Mocht je ooit op wintersport geweest zijn dan is het mogelijk dat je in de Franse Alpen een vin chaud ('warme wijn') kreeg geserveerd. Een warme rode wijn, gekruid met honing, kaneel en sinaasappelschillen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten