Wilde Zwarte Pruim

De wilde zwarte pruim (Vitex doniana) is het Afrikaanse broertje van de monnikspeper (Vitex agnus-castus), die voornamelijk Europa bewoont. Als we meer precies zijn, dan is de wilde zwarte pruim inheems in tropische delen van wat men de sub-Sahara noemt en dan speciaal de bossen en savannes. Hij heeft de potentie om tot een belangrijk cultuurgewas uit te groeien, al weerstaat de soort nog steeds de domesticatie.
De wilde zwarte pruim is een kleine tot middelgrote boom die maximaal 25 meter hoog kan worden. De zoete, zwarte en eetbare vruchten ter grootte van een olijf zijn erg populair in Afrika en worden vaak gevonden op lokale markten. De wilde pruim heeft een zoete smaak met een hint van chocolade. Van het sap kan jam worden gemaakt, maar dat sap kan ook gefermenteerd worden tot een wijn met een behoorlijk alcoholgehalte.

Vrouwen blijken niet zo veel zin te hebben om de wilde zwarte pruim te verzorgen in een gecontroleerde omgeving. Ze weten dat het maken van jam weliswaar positieve effecten zal opleveren, maar ook dat hun mannen liever de wijn zullen willen drinken. Mannen, die veel wijn drinken, zijn meestal niet de meest productieve zullen we maar zeggen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Vitex, wordt in verband gebracht met het Latijnse woord vieo, wat 'weven' betekent. Het verklaart het gebruik van de twijgen van enkele van de soorten om manden mee te vlechten. Het tweede deel, doniana, is afgeleid van het Latijnse woord donus, wat 'cadeau' of 'gift' betekent. Het probeert de eetbare bes te verklaren.

Tijdens periodes van schaarste worden de bessen onderdeel van het dagelijkse dieet. Vaak worden ze dan gekookt voordat ze op tafel komen en wordt het dus een soort warme moes. Ook worden de jonge scheuten met de eerste bladeren geplukt, gekruid, gekookt en gegeten als spinazie.

Dat gebruik zorgt er ook voor dat de wilde zwarte pruim het lastig heeft. Bovendien zijn ze in Afrika soms ietwat gemakzuchtig en kappen een boom liever om dan dat men er in zal klimmen om de pruimen te plukken. De wilde zwarte pruim wordt daardoor steeds zeldzamer.
Onderzoek onder twee troepen olijfbavianen (Papio hamadryas anubis) in Nigeria toonde aan dat er bij de vrouwtjes grote variaties in de niveaus van het vrouwelijke geslachtshormoon progesteron bestonden[1]. Voedingsgegevens toonden aan dat beide troepen slechts één voedselsoort consumeerden op het moment van die waargenomen progestageenpieken: de wilde zwarte pruim. De wilde zwarte pruim lijkt dus in te werken op de cyclus van vrouwtjes.

Partnerschap en copulatie-activiteit vinden bij bavianen bijna uitsluitend plaats in de aanwezigheid van een seksuele zwelling. Eten van wilde zwarte pruimen werkt dus zowel als een fysiologisch anticonceptivum (het simuleren van zwangerschap op een vergelijkbare manier als sommige vormen van de menselijke anticonceptiepil) en een sociaal anticonceptivum (voorkomen van seksuele zwelling, waardoor associatie en copulatie met mannetjes wordt verminderd).

[1] Higham et al: Reduced reproductive function in wild baboons (Papio hamadryas anubis) related to natural consumption of the African black plum (Vitex doniana) in Hormones and Behaviour – 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten