Blauwe olijf

Huh, een blauwe olijf? Zo zal je eerste reactie zijn bij het lezen van de titel van deze column. Welnu het antwoord is dat ze wel bestaan, maar tegelijkertijd ook niet bestaan. De verklaring is dat deze soort wel blauwe olijf (Elaeocarpus serratus) genoemd wordt, maar in het geheel geen familie is van de olijf (Olea europaea). De naam is slechts gekozen, omdat de blauwe vrucht de vorm van een olijf heeft.
De blauwe olijf is een middelgrote, altijdgroene boom die een wat verbrokkeld voorkomen heeft. Hij groeit in Sri Lanka en zuidelijk India, dan een heel stuk niets en vervolgens zie je hem weer verschijnen in noordelijk India, Assam en Bangladesh. De bleekgroene bloemen hangen als rafelige lampekapjes aan de takken. De bloemen openen zich pas in de late namiddag tot hun maximale grootte en zijn dus aangepast aan nachtelijke bestuivers, waaronder motten. Uiteindelijk ontstaan er gladde, eivormige blauwgroene tot blauwe vruchten ter grootte van ongeveer 2,5 centimeter. De kleur is afhankelijk van de variëteit.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam Elaeocarpus, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar élaion (ἔλαιον) 'olijf' betekende en karpós (καρπός) 'fruit'. Het beschrijft de gelijkenis van de bes met de olijf. Het tweede deel, serratus, is van Latijnse herkomst. Daar betekende serra zoiets als 'sluiten'. Het poogt de bloem te beschrijven die overdag gesloten is.

Terwijl de groene variant van deze soort er net zo uitziet als de gewone groene olijf, is de blauwe olijf bijna perfect bolvormig met een helderblauwe eetbare schil. Hoe smaakt blauwe olijf? De blauwe olijf heeft stevig groen vruchtvlees met een pasteuze, avocado-achtige textuur. Hij is zuur als hij onrijp is en licht zuur als hij rijp is. Natuurlijk wordt de blauwe olijf op een heel andere manier ingezet als de Mediterrane olijf.
Op Sri Lanka wordt de blauwe olijf ingelegd in het zuur en zijn daar populair als snack in marktstalletjes te koop. In India werd lang gedacht dat het fruit boze geesten kon afweren, tot dat men begreep dat die boze geesten in je eigen hoofd verstopt zaten. Wel is men verschillende delen van de blauwe olijf blijven gebruiken als middel tegen een groot aantal kwalen. Sap, getrokken van de bast, wordt in Nepal gedronken als middel tegen geelzucht, terwijl een pasta van het zaad weer ingezet wordt tegen ziektebeelden als longontsteking en leverkwalen.

Voor mensen, die direct geloven dat de blauwe olijf wel een superfood moet zijn, even de werkelijkheid: de bessen hebben hoge waarden aan zetmeel en suiker, maar er zitten maar weinig koolhydraten in verstopt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten