Epazote (Chenopodium ambrosioides) ofwel welriekende ganzenvoet is een keukenkruid dat is inheems in grote delen van Midden-Amerika en het maakt deze soort niet uit waar hij groeit als er ter plaatse maar een gematigd of subtropisch klimaat heerst. De bladeren van de epazote worden mede door de sterke smaak toegepast als een bladgroente (zoals wij spinazie klaarmaken), als kruid om flauwe bonenschotels en soepen wat op te peppen, en als gezonde kruidenthee.
Epazote is een eenjarige of soms, wanneer de omstandigheden precies goed zijn, een meerjarige plant. Hij kan tot 1.20 meter hoog opgroeien en bloeit met onopvallende kleine groene bloemen.
De smaak van de bladeren van de epazote laat zich wat lastig beschrijven, maar men heeft het vaak over een rokerige citrussmaak. Vooral de oudere bladeren hebben een geur die wat weg heeft van de wat medicinale geur van creosoot of terpentijn. Ook doet het denken aan anijs, venkel of zelf dragon, maar dan een stuk sterker. Vandaar dat men vooral de jonge bladeren gebruikt. Door de indringende smaak hou je er van of haat je dit keukenkruid.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Chenopodium, is een combinatiewoord uit het Grieks: chen (χήν) is ‘gans’ en pous (πούς) is ‘voet’. Samen is dat dus ganzenvoet. Het tweede deel, ambrosioides, is ook al Grieks en betekent ‘zoals ambrosia’. Ambrosia was het voedsel van de Griekse goden, maar dat woord staat zelf in verband met het oudere Grieks: a is ‘niet’ en brotos (μρότος) is ‘dood’. Samen is dat dus ‘niet dood’ ofwel ‘onsterfelijk’.
Men dicht de epazote ook medische effecten toe. Hij zou flatulentie tegengaan. In normaal Nederlands: het helpt tegen scheten. Dat is een zeer nuttig effect omdat het immers veelvuldig wordt toegevoegd aan bonenschotels. Omdat het kruid ook als antiwormenmiddel kan worden ingezet, zouden zwangere of zogende vrouwen enige voorzichtigheid moeten betrachten[1].
Epazote kan zich zeker een plekje in onze keuken verwerven, want de plant komt tegenwoordig ook in het wild voor in en je mag deze exoot dus gewoon plukken. Hou je er niet van om in de natuur onbekende planten te plukken dan heeft Westland Peppers het werk al voor je gedaan. Zij telen nu op kleine schaal epazote.
In ons land is de stinkende ganzenvoet (Chenopodium vulvria), een broertje van de epazote, inheems. Een andere broertje, quinoa (Chenopodium quinoa), is al duizenden jaren in gebruik als voedselgewas in de Andes. In Nederland wordt quinoa de laatste tijd gezien als het zoveelste superfood met als gevolg dat het in Peru bijkans onbetaalbaar is geworden.
[1] Conway et al: Plants used as abortifacients and emmenagogues by Spanish New Mexicans in Journal of Ethnopharmacology - 1979
Geen opmerkingen:
Een reactie posten