[IJzerhout - Image: Noblevmy] |
Ijzerhout is inheems in India, Sri Lanka en op de in de Indische Oceaan gelegen Andaman Eilanden. Deze soort heeft uiteraard een paar lokale benamingen, waaronder blue mist en anjani ('oogzweer').
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Memecylon, is afgeleid van het Oudgriekse mēmékulon (μημέκυλον), een woord welke gebruikt werd door de Griekse filosofen Dioscorides en Pliny om de roze tot rode vruchten te beschrijven van de oriental strawberry tree (Arbutus unedo), een ongerelateerde soort. Het tweede deel, umbellatum, is Latijns en betekent via umbellatus 'scherm'.
De bladeren bevatten een gele kleurstof, een glucoside, die wordt gebruikt om de gewaden van boeddhistische monniken in Sri Lanka te verven en om traditionele rietmatten – de Dumbara-matten - te kleuren.
Tegen het eind van de middeleeuwen kwam in India een nieuw geel pigment in gebruik: Indian yellow, peori of Indischgeel (yup, dat is één woord). Er bestaan wat verwarrende verhalen, maar als we proberen de werkelijkheid eruit te filteren dan lijkt het onderstaande de meest waarschijnlijke.
Indischgeel werd in eerste instantie geproduceerd door koeien bladeren van de mangoboom (Mangifera indica) te voeren. Ook in die bladeren zit de gele kleurstof euxanthon. De lever van de koe zet het euxanthon om in euxanthinezuur. Het magnesiumzout daarvan vormt een zeer fel, lichtgevend en lichtecht pigment. Het wordt door de nieren uit het bloed van de koe gefilterd. De urine van de koeien werd in potten opgevangen, ingekookt en tot vieze stinkende bollen met de naam purree gekneed. Die werden ingepakt en door heel India verhandeld.
Het probleem was dat er in die mangobladeren veel te weinig voedingsstoffen zaten, waardoor de koeien uitgemergeld raakten. Dat was tegen het zere been van de Hindoestanen in India. Daarom is men uiteindelijk overgestapt op de bladeren van IJzerhout.
Het pigment kwam zelfs in Europa terecht. Eén schilderij, waarop het pigment is aangetoond, is Rembrandt's 'Gelijkenis van de rijke dwaas' uit 1627. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had in die tijd al een aantal factorijen gesticht op de Indiase kust waarlangs het pigment direct in ons land kon worden geïmporteerd.
Medicinaal gezien zouden de bladeren helpen om diarreeklachten te verminderen. Historisch gezien werd deze plant verbrand als brandstof bij de productie van Wootz-staal, een alternatieve naam voor Damaststaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten