Tijgerlelieknoppen

Zo af en toe vraag ik me af hoe mensen ooit tot de ontdekking zijn gekomen dat bepaalde planten of plantendelen geschikt zijn als specerij of kruid. Was het armoede die soms dwong tot noodsprongen of is het gewoon onze ingebouwde drang om te experimenteren?

Een prachtig voorbeeld zijn tijgerlelieknoppen die 'geoogst' worden van de citroendaglelie (Hemerocallis citrina). Botanisch gezien wordt deze plant nu citroendaglelie genoemd, maar als specerij bleef diens oude naam bestaan. Deze specerij wordt op alle markten in China vers of gedroogd verkocht onder de namen jīn zhēn (金针) of gele bloemen groente (huáng huā cài ofwel 黃花菜).
De citroendaglelie is een vaste plant en kan een hoogte bereiken van 120 centimeter. Deze soort is in het bezit van heldergroene, rechte bladeren van ongeveer 40 centimeter lang. De prachtige en bijzonder geurige bloemen zijn trompetvormig en citroengeel van kleur. Deze soort is inheems in delen van Oost-Azië en China. Een nauw verwant broertje, de gele daglelie (Hemerocallis lilioasphodelus) wordt sporadisch in ons land waargenomen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Hemerocallis, is een combinatiewoord uit het klassiek Grieks, waar emerho (ημερο) 'getemd' of 'gecultiveerd' betekent en kalos (καλος) 'prachtig'. Samen is dat dus '(een) prachtige (bloem die) gecultiveerd (wordt). Het tweede deel is eenvoudiger: citrina is afgeleid van citrus, de citroenboom. Het verklaart de kleur van deze soort.

Gedroogd zijn de tijgerlelieknoppen van lichtbruin bruin van kleur. De smaak en geur zijn heel apart, wat zoetig en kruidig. De bite is ietwat knapperig.
De gedroogde knoppen van de bloem van de tijgerlelie worden gebruikt in de Chinese keuken bij diverse stoofschotels en roerbakschotels. Ook worden ze vaak toegevoegd aan bepaalde versies van zoetzure soepen en dagleliesoep. Het in Noord-China populaire moo shu (木须肉) bestaat uit in plakjes gesneden varkenshaas, komkommer en roerei. Die worden in arachideolie geroerbakt, samen met hapklare stukken eetbare paddestoelen. Het gerecht wordt op smaak gebracht met tijgerlelieknoppem, fijngehakte gember, knoflook, wat lente-uitjes, sojasaus en rijstwijn.

De nog gesloten tijgerlelieknoppen zijn rauw een perfecte aanvulling in salades. Gekookt worden ze ook nog eens gebruikt als een delicate groente. Een andere toepassing zijn tijgerlelieknoppen in het zuur, een oude manier om de zo noodzakelijke vitamines ook in de wintermaanden beschikbaar te hebben.

In vrijwel heel Oost-Azië wordt de tijgerlelie verbouwd. In het wild kun je hem in bosranden en bosschages aantreffen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten