Dorrigo peper

De Dorrigo peper (Tasmannia stipitata) wordt ook wel northern pepperbush genoemd. Het is een struikje dat alleen groeit in de bossen in het gematigde klimaat van de Australische deelstaat New South Wales.
De geurige langwerpige bladeren zijn 8 tot 12 centimeter lang. Na de bloei ontstaan donkerblauwe tot paarse bessen aan vrouwelijke struiken. De soort is namelijk tweeslachtig met mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte planten.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Tasmannia, benoemt het feit dat de meeste soorten van dit geslacht op het ten zuiden van Australië gelegen eiland Tasmanië worden aangetroffen. Tasmanië zelf is natuurlijk vernoemd naar de Nederlandse zeevaarder Abel Tasman (1603-1659), al had hij die eer zelf aan iemand ander gegund. Hij doopte het door hem gevonden eiland Antonie van Diemensland. Het tweede deel, stipitata, is Latijns en afgeleid van stīpes, wat 'een steel (bezittend)' betekent.

De culinaire mogelijkheden van de Dorrigo peper werden, zo gaat het verhaal, pas voor het eerst in de jaren tachtig van de vorige eeuw herkend door Peter Hardwick, een tuinman, die de peper zijn moderne naam gaf. Dorrigo is namelijk een plaats in New South Wales. Nu weet ik zeker dat Hardwick de werkelijkheid geweld aandeed, want het waren natuurlijk de oorspronkelijke bewoners van Australië, de Aboriginals, die al eeuwen eerder deze specerij gebruikten. Dat feit wordt onderstreept door het bestaan van de veel oudere alternatieve naam, de northern pepperbush. Maar goed, de commercie is een krachtig middel om de geschiedenis te herschrijven en om 'inboorlingen' weg te schrijven als een voetnoot in een geschiedenisboek.

De volgende stap in deze kwalijke historie werd gezet door Jean-Paul Bruneteau, toen chefkok van Rowntrees Restaurant in Sydney. Hij verwerkte de Dorrigo peper in diverse gerechten en maakte de specerij daardoor bekend bij de Australische nouveau riche, de nieuwe rijken. Mensen met teveel geld en te weinig smaak.

De Dorrigo peper heeft een wat houtige, naar kaneel neigende smaak met een peperachtige pittigheid in zowel de bladeren als de zaden. De hete pepersmaak is het gevolg van de aanwezigheid van een stofje dat men de naam polygodial heeft gegeven. Het komt voor in de meeste van de familieleden in het geslacht Tasmannia.
Aangezien Moeder Natuur nooit voor één gat te vangen is heeft ze diezelfde pittige stof ook in andere soorten gestopt. Vreemd genoeg komt polygodial ook voor in een Mediterrane zeeslak (Dendrodoris limbata), die in Engelstalige landen de naam Mottled Doris ('gevlekte Doris') draagt. In deze zeeslak werkt het stofje als middel tegen parasieten. Wetenschappelijk onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat polygodial ook een sterke antibacteriële werking heeft[1].

[1] Cimino et al: Dorid nudibranch elaborates its own chemical defense in Science - 1983

Geen opmerkingen:

Een reactie posten