Japanse gember (of Myoga)

Iedereen kent gember (of djahé), de wortel of wortelknol van de gemberplant (Zingiber officinale) en die in zoveel Oosterse gerechten wordt gebruikt. Maar, zoals zo vaak het geval is in de natuur, heeft ook gember diverse broertjes en zusjes. Een daarvan is de Japanse gember of myoga (Zingiber mioga).
De Japanse gember is inheems in de gematigde klimaatgebieden in Zuidoost-Azië. Hoewel de plant soms in de bergen van Japan wordt aangetroffen, wordt de Japanse gember beschouwd als geïmporteerd vanaf het continent en in Japan gecultiveerd. De Japanse gember wordt namelijk alleen gevonden in gebieden waar mensen in het verleden hebben geleefd en er in Japan nooit wilde soorten zijn ontdekt. Bovendien is het chromosoom abnormaal, wat ook al duidt op langdurig menselijk ingrijpen. Mede daardoor lukt vermeerdering over het algemeen slechts door wortelstekken.

In tegenstelling tot de (gewone) gember is de wortel van de Japanse gember niet eetbaar, maar worden de naar roze neigende bloemknoppen gebruikt in diverse Japanse gerechten. Deze exclusieve bloemknoppen zijn in Japan zeer gewild en dienen geoogst te worden net voordat ze open gaan. Dus juist voordat de plant gaat bloeien. De smaak is een delicate mix van gember en bosui.

De plant ontluikt in de lente met een lange steel en prachtige groene bladeren. Een kleine plant groeit al snel uit tot een grote bos. Door de snelle groei komt hij het beste tot zijn recht in de volle grond op een gedeeltelijk beschaduwde plek. In de zomer zullen de eerste bloemknoppen verschijnen. Dit gaat door tot dat de eerste kou in de lucht komt in de (soms) late herfst. De bloemknoppen zijn eenvoudig van de plant af te breken of te snijden.

Snijd ze doormidden of in fijne reepjes. Ze kunnen worden gebruikt als garnering bij soepen, noedels en salades. Bovendien kunnen ze worden ingemaakt. Ze zijn kort houdbaar in de koelkast.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Zingiber, is allereerst afkomstig uit het Oud-Grieks: zingiberis (ζιγγ?βερις). Die versie is een vrij nauwkeurige transcriptie van hetzelfde woord in diverse Indiase talen, bijvoorbeeld het Pali (singivera) of het Sanskriet (shringavera). Die zijn op hun beurt weer afgeleid uit inji, het nog veel oudere Dravidische woord voor gember. Het tweede deel, mioga, is afgeleid van het Japanse 茗荷 (myōga). Dát woord is een verbastering van de term menoka ('zwak geurend') om het verschil met sterk geurende gembervarianten te beschrijven.

In China wordt de Japanse gember medicinaal gebruikt om hoest en reuma te behandelen. Modern wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een extract van de bloemknoppen zowel het lichaamsgewicht als de cholesterolniveaus kan verminderen[1]. Weliswaar slechts bij muizen met overgewicht, maar het is een begin.

[1] Lee et al: Zingiber mioga reduces weight gain, insulin resistance and hepatic gluconeogenesis in diet-induced obese mice in Experimental and Therapeutic Medicine – 2016. Zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten