Wilde knoflook

Wilde knoflook (Tulbaghia violacea) wordt ook wel Kaapse knoflook genoemd en dan weten de meeste lezers al dat deze plantensoort van oorsprong thuishoort in de zuidelijke delen van Afrika. De wilde knoflook is lid van de narcisfamilie (Amaryllidaceae) en het is geen wonder dat de soort ook als sierplant beroemd is geworden. Er zijn zelfs een aantal prachtige cultivars, waaronder de ‘Purple Eye’ en de ‘Silver Lace’, ontwikkeld.
De wilde knoflook kan een hoogte bereiken van zo'n 60 centimeter. Hij groeit in een polletje. De bladeren van de wilde knoflook zijn grijsgroen, smal langwerpig en bij kneuzing sterk naar bieslook geurend. De plant bloeit van mei tot augustus met lila tot paarsroze bloempjes die een heerlijke geur verspreiden.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Tulbaghia, vernoemt Ryk Tulbagh (1699–1771). Hij was van 1751 tot 1771 gouverneur van de Nederlandse Kaapkolonie en in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Het tweede deel, violacea, is Latijns en betekent 'violet(kleurig)'.

De bladeren van de wilde knoflook worden, niet verwonderlijk gezien de naam, gegeten ter vervanging van bieslook en knoflook. Twee vliegen in één klap, zogezegd. De inheemse bevolking (vroeger zouden we 'inboorlingen' gezegd hebben, maar dat mag niet meer) gebruiken de bladeren ook als bladgroente, zoals spinazie, of als keukenkruid om vlees en aardappels te kruiden. Uiteraard gelooft men daar ook dat met het plantje diverse kwalen kunnen worden genezen.

De wetenschap heeft intussen ook ontdekt dat de wilde knoflook ook daadwerkelijk stofjes in zich verbergt die schimmels, bacteriën en parasieten kunnen bestrijden[1][2]. Dat is handig, zo zou je nu kunnen opmerken, je eet een heerlijk maaltje met aardappelen en wilde knoflook en je bent tegelijkertijd van je inwendige problemen af. Dat kan kloppen, maar het aloude probleem is dat je nooit weet wanneer je te weinig, genoeg of teveel van die medicinale plant hebt gegeten. Er bestaan namelijk wat meldingen dat er mensen zijn die last kregen van rare vergiftigingsverschijnselen.

Ik meldde hierboven al dat de wilde knoflook na kneuzing naar bieslook geurde. Er bestaat enige onduidelijkheid waarnaar deze plant geurt als hij nog niet gekneusd is. Sommigen denken dat de wilde knoflook ruikt naar de spray van een stinkdier, terwijl anderen zeker weten dat hij geurt naar marihuana. Het is zelfs zo erg dat bezorgde klikspanen wel eens de politie hebben gewaarschuwd omdat ze dachten dat hun buren illegaal soft drugs aan het telen waren in hun tuin.

[1] Krstin et al: Tulbaghia violacea and Allium ursinum Extracts Exhibit Anti-Parasitic and Antimicrobial Activities in Molecules – 2018 
[2] Somai, Belewa: Aqueous extracts of Tulbaghia violacea inhibit germination of Aspergillus flavus and Aspergillus parasiticus conidia in Journal of Food Protection – 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten