Duivelssuiker

Duivelssuiker klinkt niet direct positief en die eerste indruk klopt. Duivelssuiker is eigenlijk een loodverbinding met de naam lood(II)acetaat. Het wordt ook wel loodsuiker of saccharum saturni ('Suiker van Saturnus') genoemd. De chemische formule, mocht je dat interesseren, luidt Pb(CH3COO)2.
Zoals zoveel loodverbindingen is ook lood(II)acetaat giftig en het veroorzaakt loodvergiftiging. Maar het is nog maar sinds kort dat wetenschappers ook de meer subtielere effecten op het menselijk lichaam doorkregen. Lood heeft een verraderlijk effect op het zenuwstelsel, de voortplantingsfunctie en de nierfunctie. Chronische blootstelling aan een lage dosis lood kan op geniepige wijze de nierfunctie negatief beïnvloeden. Zo'n lage dosis krijg je bijvoorbeeld al binnen door te roken.

Net als andere lood(II)zouten heeft lood(II)acetaat een zoete smaak. Dat leidde tot het historische gebruik ervan als suikervervanger in zowel wijnen als andere voedingsmiddelen. De oude Romeinen, die naast honing maar weinig zoetstoffen hadden, kookten most (ongefilterd druivensap) in loden potten om een siroop met gereduceerd suikergehalte, defrutum genaamd, te produceren. Die defrutum werd verder ingekookt tot sapa. Omdat zure wijn wijnsteenzuur, appelzuur en citroenzuur bevat, reageerden die zuren met het lood van de potten tot lood(II)acetaat.

Deze siroop werd gebruikt om wijn te zoeten en te conserveren. Het is logisch dat lood(II)acetaat, die in de siroop terechtkwam, uiteindelijk moest leiden tot loodvergiftiging bij degenen die het in grote hoeveelheden consumeerden.

Uiteraard probeerden wetgevers het gebruik lood(II)acetaat te verbieden, maar dat bleek niet zo eenvoudig. Niemand houdt van zure wijn en vroeger waren de druiven en de wijnproductiemethoden nog niet zo geëvolueerd dat men in staat was heerlijke zoete wijn te leveren. Lood(II)acetaat was een relatief goedkope zoetstof en niemand kon bewijzen dat het in je zoete wijn verstopt zat. Pas veel later werden er chemische methoden ontwikkeld om de aanwezigheid ervan te detecteren.

De vroegst bevestigde vergiftiging door loodacetaat was die van paus Clemens II (1005-1047). Een toxicologisch onderzoek van zijn stoffelijke resten bevestigde de al eeuwenoude geruchten dat hij vergiftigd was met duivelssuiker[1]. Het is niet duidelijk of hij werd vermoord of dat hij het slachtoffer was van zijn voorliefde voor zoete wijnen.

Ook de componist Ludwig van Beethoven (1770-1827) is mogelijk overleden aan loodvergiftiging, veroorzaakt door wijnen die waren gezoet met loodacetaat[2]. Hoewel het gebruik van lood(II)acetaat als zoetstof destijds al jaren illegaal was, werd het nog steeds gebruikt. Het was bekend dat Beethoven een voorkeur had voor 'loodwijn', waarvan hij soms een fles per dag dronk. Bovendien hield hij van vis, maar die werd gevangen in de zwaar vervuilde Donau en die rivier zat dus ook boordevol zware metalen, waaronder lood.

Een oplossing met lood(II)acetaat was vroeger een veelgebruikte remedie tegen gevoelige tepels[3].

[1] Specht, Fischer: Vergiftungsnachweis an den Resten einer 900 Jahre alten Leiche in Archiv für Kriminologie – 1959
[2] Rifai et al: High Lead Levels in 2 Independent and Authenticated Locks of Beethoven’s Hair in Clinical Chemistry – 2024. Zie hier.
[3] Child: The American Frugal Housewife - 1832

Geen opmerkingen:

Een reactie posten