Tonkaboon

De tonkaboon groeit uiteindelijk aan de Braziliaanse teakboom (Dipteryx odorata), plaatselijk ook bekend als cumaru of kumaru. Het is familie van de erwt. Deze boom is inheems in de regenwouden van Midden en Zuid-Amerika en kan een hoogte bereiken van zo'n 30 meter met een stam die dan een meter in doorsnede zal zijn. De Braziliaanse teak kan wel 1,000 jaar oud worden (als hij tenminste met rust gelaten wordt en niet gekapt wordt). Deze soort is bebladerd met bladeren met drie tot zes leerachtige donkergroene blaadjes. Hij bloeit met roze bloemen. Na de bloei ontwikkelen zich de tonkabonen, maar daarover later.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Dipteryx, lijkt op die van een uitgestorven dinosaurus, de Archaeopteryx, maar de werkelijkheid is minder prozaïsch: het is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar dyo (δύο) 'twee' betekent en pteryx (πτέρυξ) 'vleugel'. Samen beschrijft het de vorm van de vrucht. Het tweede deel, odorata, beschrijft de geurige boon, want het Oud-Latijnse woord odōs betekent 'geur'. Het woord tonka is terug te voeren op het Carib, de taal van de plaatselijke bewoners (vroeger konden we ze inboorlingen noemen) van Frans Guyana, het buurland van Suriname.

De tonkabonen worden in de keuken voornamelijk ingezet om desserts een fantastische geur te geven. De geur doet denken aan die van vers gemaaid gras, gecombineerd met die van vanille, zoethout, caramel en kruidnagel. Uiteindelijk wordt er een delicaat aroma van magnolia losgelaten. Sommigen vinden het de meest delicate specerij die er bestaat.

De tonkaboon wordt daarom soms als specerij en vaker als geurmiddel in de parfumerie gebruikt omdat het rijk is aan coumarine. Gewoonlijk bevatten de zaden 1 tot 3 procent van dat stofje, maar in zeldzame gevallen kan een percentage van 10 procent bereikt worden. Die coumarine is direct verantwoordelijk voor de aangename geur, wat ook de soortnaam verklaart. Probeer je de tonkaboon te proeven, dan zul je ontdekken dat hij bitter smaakt. De boom maakt die coumarine namelijk aan als verdedigingsmechanisme tegen vraatzucht en dat betekent in de meeste gevallen niet veel goeds. Inderdaad, zo blijkt uit de ervaring van gebruikers en uit wetenschappelijk onderzoek, is coumarine een stofje dat in grotere doses bloedingen (het werkt bloedverdunnend), leverschade en hartverlammingen kan veroorzaken. Reden voor diverse regeringen om de invoer en het gebruik maar streng te reguleren. Tegenstanders van die beperkingen claimen, vooralsnog zonder succes, echter dat de kans op een overdaad aan coumarine wel heel erg klein is.

Ter waarschuwing nog even een voorbeeld: coumarine hoort, chemisch gezien, tot dezelfde familie als warfanine. Dat is een veel voorgeschreven bloedverdunner.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten