Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Porophyllum, is een combinatiewoord uit het klassiek Grieks, waar poros (πόρος) 'gat' betekent en phullon (φῠ́λλον) 'blad. Samen beschrijft het de poriën in het blad. Weet je direct ook waar het woord 'porie' vandaan komt. Het tweede deel, ruderale, is van Latijnse herkomst: rudus betekent 'puin' of 'rotzooi'. De naamgever probeerde hiermee aan te geven dat de Boliviaanse koriander het best groeit in verstoorde grond.
In Zuid-Amerika verschuilt de Boliviaanse koriander zich onder een veelheid van namen. Omdat hij al millennia in gebruik is als keukenkruid, hebben ook de Inca's een duit in het zakje gedaan. Bij hen wordt dit kruid papaloquilitl genoemd in het Nahuatl, een taal die nog steeds in de Andes wordt gesproken door afstammelingen van de Inca's. Het is een combinatiewoord: pāpalōtl ('vlinder') en quilitl ('eetbaar kruid'). Weet je dát ook weer.
In Spaanstalig Mexico is dat oude woord papaloquilitl verbasterd tot pápaloquelite en daar begeleidt het de beroemde Mexicaanse taco's. Hoewel niet alle Mexicanen de smaak van de Boliviaanse koriander waarderen, vinden sommigen dat het juist de smaak van hun taco's, salsa's en soepen verbetert. Dat is ook een bekend feit van de (Europese) koriander: de een vindt het vies (en denkt dat het naar zeep smaakt), terwijl de ander het juist heerlijk vindt (en denkt dat het wat naar anijs en citrus smaakt).
In de Mexicaanse provincie Puebla wordt Boliviaanse koriander gebruikt als smaakmaker op de traditionele cemita poblana, een broodje dat gebakken is met meel en ei. Deze cemita wordt belegd met avocado, vlees, kaas, Boliviaanse koriander (pápaloquelite) en rode saus (salsa roja).
Cemita poblana's |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten