Witte salie

Witte salie (Salvia apiana) wordt in Amerika ook wel de Californian white sage ('Californische witte salie'), bee sage ('bijensalie') of zelfs sacred sage ('heilige salie') genoemd. Het is een groenblijvend meerjarig struikje dat inheems is in het zuidwesten van de Verenigde Staten en het noordwesten van Mexico en is voornamelijk te vinden aan de kust van Zuid-Californië en Baja California, aan de westelijke randen van de kurkdroge woestijnen. Doordat de soort het liefst op de hellingen groeit, kan hij toch de ochtenddauw opvangen en daardoor net voldoende vocht opnemen om te kunnen overleven.
De struik kan tot 1.5 meter hoog worden en heeft witachtige groenblijvende bladeren die tot negen centimeter lang zijn. De bloemen zijn wit tot licht lavendelkleurig.

Deze bladeren zijn dik bedekt met haren die olieklieren die geactiveerd worden wanneer ze beroerd worden. Dan komen er oliën en harsen vrij met een sterke geur. De genoemde harsen zijn bittere terpenoïden en ze worden aangemaakt om vraat van planteneters te voorkomen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Salvia, is te herleiden tot het Latijnse woord salvere (‘redden’), een woord dat zelfs nu nog in het Engels te herkennen is als save. Het tweede deel, apiana, is ook afkomstig uit het Latijn waar apis 'bij' betekent. Het verklaart dat de witte salie zeer aantrekkelijk is voor bijen.

Witte salie wordt veel gebruikt door inheemse Amerikaanse volkeren (ofwel Indianen, al weet ik niet of deze term tegenwoordig ook al 'besmet' is) aan de kusten van de Stille Oceaan van de Verenigde Staten. Het zaad is zelfs een traditioneel ingrediënt in pinole, een basisvoedsel. De stamleden van de Cahuilla hebben van oudsher grote hoeveelheden van het zaad geoogst en het vervolgens gemengd met tarwebloem, suiker en specerijen om pap en koekjes te maken. Die oorspronkelijke bewoners van Amerika waren echter jagers en verzamelaars en gebruikten ook vele andere zaden in hun pinole (of pinol of pinolillo). Vooral maïs vond zijn weg in die pinole en dat is dan ook de oorsprong van het woord zelf: in het Nahuatl, de taal van de oude Azteken, betekent pinolli 'maïsmeel'.

De bladeren en stengels zijn nog steeds een voedsel onder de traditioneel levende leden van de Chumash en naburige gemeenschappen.

In de traditionele geneeskunst gebruikten verschillende stammen het zaad om voorwerpen uit het oog te spoelen. Bovendien is salie natuurlijk antiseptisch dus je ogen zijn direct ook ontsmet. Een thee van de wortels is traditioneel onder de vrouwen van diverse stammen voor de genezing en het herstel van kracht na een bevalling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten