Paardenbloem

Wie kent 'm niet: de paardenbloem (Taraxacum officinale). Hele weilanden kleuren helgeel als deze soort in bloei staat en iedereen vindt het maar een vervelend onkruid in de strakgemaaide gazons.
Een paardenbloem bezit een schotelvormig bloemhoofdje dat slechts bestaat uit gele lintbloemen. De stengel is hol en heeft geen bladeren. De diep ingesneden bladeren staan in een bladrozet bij elkaar. Bij kneuzing vloeit witte, melkachtige latex uit de plant. De penwortel kan decimeters diep de grond in dringen. Paardenbloemen planten zich vooral voort middels apomixie, een soort ongeslachtelijke voortplanting. Maar deze soort kan zich ook voortplanten door middel van bevruchting. De vrucht is een piepklein eenzadig nootje. Aan het nootje zit het gesteelde vruchtpluis en die constructie zorgt ervoor dat het zo eenvoudig door de wind wordt meegevoerd.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Taraxacum, is uiteindelijk afgeleid van het Arabische woord ṭaraḵšaqūn (طَرَخْشَقُون‎), wat letterlijk 'kruid van de armen' betekent, omdat de paadenbloem alleen in tijden van extreme schaarste werd gegeten. Het tweede deel, officinale, komt uit het Latijn en betekent ‘werkplaats’ of ‘kantoor’. In het Engels is het verband nog veel duidelijker te zien want een ‘kantoor’ is daar een office. Het is een naam voor een heilzame plant die verkocht werd in winkels en drogisterijen.

In Frankrijk en Duitsland wordt deze soort respectievelijk dent-de-lion en Löwenzahn ('leeuwentand') genoemd naar de vorm van de bladeren. De Britten verbasterden de Franse benaming tot dandelion.

De wortel en de jonge toppen van de paardenbloem worden al sinds onheugelijke tijden (en dat is lang) gebruikt als medicinaal kruid[1]. De jonge bladeren worden, vanwege de voedingswaarde, ook gebruikt als voedingsmiddel in salades, dranken en groentegerechten. Onderzoek toont aan dat de bladeren van van de paardenbloem hoge concentraties vezels, mineralen, vitamines en essentiële vetzuren bevatten.

De hele plant bevat veel verschillende fytochemicaliën die worden aangetroffen in bloem, blad, stengel en wortel van de plant. De belangrijkste daarvan zijn carotenoïden, flavonoïden (bijvoorbeeld quercetine, chrysoeriol, luteoline-7-glucoside), fenolzuren (bijvoorbeeld cafeïnezuur, chlorogeenzuur, cichoreizuur), polysacchariden (bijvoorbeeld inuline), sesquiterpeenlactonen (bijvoorbeeld taraxinezuur, taraxacoside, 11p,13-dihydrolactucine, ixerine D, taraxacolide-O-p-glucopyranoside), sterolen (bijvoorbeeld taraxasterol, p-sitosterol, stigmasterol) en triterpenen (bijvoorbeeld α-amyrine).

Eén studie claimt dat de paardenbloem vochtafdrijvende eigenschappen heeft (bij muizen). Een ander onderzoek leek aan te tonen dat het leverschade beperkt bij een overdosis paracetamol (bij muizen). Een extract van paardenbloemen beschermt de lever tegen schade van overmatig alcoholgebruik (bij mensen). Weer een ander onderzoek meent dat een extract het immuunsysteem kan verbeteren (in een reageerbuis). Onderzoek toont ook aan dat een paardenbloemextract influenza-infecties kan voorkomen door virusreplicatie te remmen (bij mensen). Een eerdere studie toonde aan dat taraxasterol uit de paardenbloem de ontsteking bij artritis remt (in een reageerbuisje). Verder lijkt de paardenbloem een effect te hebben op overgewicht en diabetes (bij muizen).

Niet gek voor een soort vergeten groente en medicijn, waarvan we vooral denken dat het een onkruid is. Op naar Albert Heijn voor een zak molsla (of paardenbloemsla).

[1] Di Napoli, Zucchetti: A comprehensive review of the benefits of Taraxacum officinale on human health in Bulletin of the National Research Centre – 2021. Zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten