Rond cypergras

Rond cypergras (Cyperus rotundus) heeft een aantal familieleden, waarvan er eentje beroemd is en de meeste andere berucht. Het beroemde broertje is papyrusriet (Cyperus papyrus), waarvan men in Egypte al rond 3100 vC papier van wist te maken. Zelfs ons woord 'papier' stamt daarvan af. Berucht bij ons akkerbouwers zijn de knolcyperus (Cyperus esculentus) en bleek cypergras (Cyperus eragrostis). Beide zijn vervelende exoten.
Rond cypergras is inheems in noordelijk Afrika, Zuid- en Centraal Europa en Zuid-Azië. Je ziet dat dit tevens de gebieden zijn waar de beschaving van de mens zich vroeg ontwikkelde. Rond cypergras houdt van droge omstandigheden, maar weet zich ook te handhaven in een wat vochtige ondergrond. Deze soort is een vaste plant die tot meer dan een meter hoog kan opgroeien. Bladeren ontspruiten aan de basis van de ronde steel. De wortel hebben een nootachtige structuur, vandaar dat men dit geslacht in Engelstalige landen nut grass noemt. Je mag hem een grassoort, rietsoort of zeggesoort noemen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Cyperus, is afgeleid van het Oudgriekse woord kyperos (κύπερος), wat 'zegge' betekende. Het tweede deel, rotundus, is Latijns en betekent 'rond' met als oorsprong rota ('wiel').

Archeologen denken dat rond cypergras misschien wel miljoenen jaren geleden op het menu kan hebben gestaan van de eerste mensachtigen die de aardbol bevolkten. Men heeft in ieder geval sporen van deze plant gevonden in tanden van mensen die 6700 vChr in Soedan leefden[1]. De bitter smakende wortel van deze soort is rijk aan koolhydraten en zelfs nu wordt hij in sommige streken nog ingezet als voedingsmiddel in tijde van schaarste.

Het consumeren van dit cypergras kan ook de reden zijn, zo denken wetenschappers, dat in die regio eeuwenlang weinig echt slechte gebitten zijn aangetroffen. Rond cypergras heeft namelijk een lichte antibacteriële werking.

Die kennis was al vroeg wijdverspreid, want in het oude Egypte, het Klassieke Griekenland en elders in de regio werd rond cypergras ingezet als een aromatische plant en om water te zuiveren. Oude Griekse geneesheren gebruikten het zowel als parfum en als medicijn.

In de Indiase Ayurveda, een verzameling van kwakzalversideeën, denkt men dat rond cypergras onder de naam musta moola churna, kan helpen bij een hele verzameling niet-gerelateerde gezondheidsklachten, waaronder koorts, maag- en darmproblemen, dorst en een pijnlijke menstruatie.

Arabieren roosterden de knollen en gebruikten de gloeiend hete wortels (of de as daarvan) om wonden te ontsmetten, om blauwe plekken te verhelpen en om puisten laten 'verdwijnen'.

[1] Buckley et al: Dental calculus reveals unique insights into food items, cooking and plant processing in prehistoric central Sudan in PloS One – 2014. Zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten