Lakmoeskruid

Vrijwel iedereen kent de (speekwoordelijke of chemische) uitdrukking 'lakmoesproef', waarbij lakmoes een in water oplosbaar blauwviolet kleurig poeder is dat door kleurverandering aangeeft of een oplossing zuur of basisch is. In een zure oplossing wordt de stof rood, in een basische oplossing blauw.

De oorsprong van het woord 'lakmoes' is ietwat onduidelijk, maar men gelooft dat het woord uit het Oud-Noors stamt, waar litmosi, letterlijk ‘verfmos’, betekent en is samengesteld uit lita ('verven') en mosi ('mos'). Lakmoes werd inderdaad gewonnen uit een mos met de naam Chrozophora tinctoria.
Vanaf de vroege Middeleeuwen werd lakmoes onmisbaar bij het inkleuren van manuscripten. Daar voegde het zich naast indigo en wede. Afhankelijk van de productiemethode kon men een hele serie kleuren vervaardigen, waaronder blauw ('mosblauw'), paars en rood ('mosrood'). Dat had natuurlijk te maken met hoe zuur of basisch de omgeving was, maar dát wisten ze in die tijd nog niet. De kleurstof werd gewonnen uit de bloemen, de vruchtjes en het sap.

De geschiedenis is soms onvolledig, want dat de kleurstof aan het begin van de Middeleeuwen populair werd, wil niet zeggen dat deze niet eerder werd gebruikt. Omdat het plantje inheems is aan alle Mediterrane kusten is het ook te vinden in Egypte, Israel, Griekenland en Italië. Ik hoef de lezer niet uit te leggen dat men daar in het verre verleden grote sprongen heeft gemaakt voor wat betreft de kennis.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Chrozophora, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar chrosis (Χρωσις) 'kleur' betekent en phero (φερω) 'drager'. Samen is dat dus 'kleurdrager' en is een referentie naar zijn bron voor kleurstof. Het tweede deel, tinctorum, is Latijns waar het afgeleid is van tinctus ofwel 'kleurstof'.

In het Frans en het daarvan afgeleide Engelse woord noemt men het plantje tournesol of turnsole ('zonnedraaier') omdat de bloemen gedurende de dag de zon volgen. Laten we het plantje maar zijn oude, vergeten Nederlandse naam teruggeven: lakmoeskruid. Het is een laagblijvend vetplantje met behaarde bladeren. Hij bloeit met kleine fletsgele bloemen.

De kleurstof is zelfs eetbaar en werd toegepast in enkele vergeten Nederlandse kaasjes en Franse likeurtjes.

Recent heeft men eens onderzocht welke stofjes verantwoordelijk zijn voor de kleuren[1]. Het bleek dat het een volstrekt onbekende afgeleide was van hermidine, een stofje dat ook voorkomt in Tuinbingelkruid (Mercurialis annua). De nieuw ontdekte kleurstof heeft men de naam chrozophoridine gegeven. Dat moest wel, want de chemische naam is onuitspreekbaar lang: 6′-hydroxy-4,4′-dimethoxy-1,1′-dimethyl-5′-{[3,4,5-trihydroxy-6-(hydroxymethyl)tetrahydro-2H-pyran-2-yl]oxy}-[3,3′-bipyridine]-2,2′,5,6(1H,1′H)-tetraone.

[1] Nabais et al: A 1000-year-old mystery solved: Unlocking the molecular structure for the medieval blue from Chrozophora tinctoria, also known as folium in ScienceAdvances – 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten