Gestreepte zeeslak (of Ḥillazon)

Eerder hebben we hier de brandhoren (Bolinus brandaris) als een soort zijweg in onze serie over kruiden en specerijen beschreven. De brandhoren leverde een kostbare purperen tot paarse kleurstof, waarmee de gewaden van de elite van die tijd werden ingekleurd.
Een familielid van de brandhoren was de gestreepte zeeslak (Hexaplex trunculus). Ik geef toe dat hij tot nu toe geen officiële Nederlandse soortnaam bezit, maar gestreepte zeeslak is een redelijke vertaling van zijn Engelstalige naam banded dye-murex. In de Joodse religeuze geschriften wordt de bron Ḥillazon genoemd.

In tegenstelling tot de purperen kleurstof van de brandhoren kon men vroeger uit deze zeeslak een paarsblauwe kleurstof winnen. Om je een indruk te geven: de kleur lijkt op die van spijkerbroeken. Nu wordt die kleur eenvoudig op chemische wijze geproduceerd, maar in vervlogen tijden was het een gevaarlijk en tijdrovend proces.

De gestreepte zeeslak heeft een ruw, bijna tolvormig uiterlijk waarover duidelijk zichtbare donkere strepen lopen. De schelp is zo'n 4 tot 10 centimeter lang en is vaak met algen begroeid om hem onzichtbaar te maken. Deze slakkensoort is een opportunistische jager en jaagt zelfs in groepen op prooien. Deze soort leeft in de Middellandse Zee en de wat warmere kusten van de Atlantische Oceaan. Hij is eetbaar en in Portugal is het een delicatesse.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Hexaplex, is een combi uit het Latijn, waar hexa 'zes' betekent en plectō zoiets als 'omwikkelen'. Het beschrijft de donkere strepen, al heeft hij er gewoonlijk zeven en geen zes. Het tweede deel, trunculus, is ook al Latijn en is afgeleid van het woord trunca, dat 'gemangeld' of 'gemutileerd' betekende. Het beschrijft de vorm van de schelp.

Net als de brandhoren werd er uit een kliertje van de gestreepte zeeslak vroeger een substantie gewonnen, dat onder invloed van zonlicht oxideerde van zwart, via groen tot blauwpaars. Het had ooit de naam Tyreens paars (naar de havenstad Tyrus) of tekhelet (in het Hebreeuws). Er waren 10,000 tot 12,000 gestreepte zeeslakken nodig om een enkele gram kleurstof te winnen.

Het probleem is dat het exacte productieproces verloren is gegaan. Dat is de schuld van de Romeinen. Alle kleuren op basis van weekdieren waren zo prijzig dat Romeinse keizers een keizerlijk monopolie instelden. Zelfs nu weet men nog niet precies hoe die prachtige blauwpaarse kleur behouden blijft. Dat is een probleem voor de zeer traditionele Joodse gelovigen. Aan de hoeken van hun gebedssjaal dienden, volgens de Torah, kwastjes (tzitzit) te hangen met vier draden die ingekleurd waren met tekhelet.
Recent hebben Israëlische wetenschappers ontdekt dat de gestreepte zeeslak inderdaad de bron was van die zo gewilde kleurstof. Chemici hebben de reactie ontrafeld: onder invloed van zonlicht verandert de roodkeurige 6,6'-dibromoindigo in de afscheiding van de slak in een mix van blauwpaarse 6-bromoindigo.

Meer info kan hier gevonden worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten