Arnica (of Valkruid)

Het valkruid (Arnica montana) werd vroeger ook wel heel mooi wolverlei genoemd. Tegenwoordig noemt vrijwel iedereen hem bij zijn Latijnse naam 'arnica' en dat heeft natuurlijk alles te maken met zijn gebruik in allerlei zalfjes: bij zo’n commercieel interessante plant hoort natuurlijk een interessant lijkende wetenschappelijke naam, want anders wordt het niet zo goed verkocht. In Nederland is het valkruid zo zeldzaam geworden dat hij op de zogenaamde rode lijst terecht is gekomen.
Valkruid wordt 20 tot 45 centimeter hoog en bloeit aan het begin van de zomer oranje-gele bloemen.

Het eerste deel van zijn gemeenschappelijke naam, Arnica, is uiteindelijk afkomstig van het Griekse woord arnaki (αρνάκι), dat ‘lam’ betekent en het is de beschrijving van de zachte bladeren van het valkruid. Tegenwoordig geloven mensen dat deze naam het effect beschrijft van de smeerseltjes met het valkruid: je krijgt er immers een heerlijk zachte huid van. Het tweede deel montana betekent ‘berg’ en je hoort daarin ook al het Engelse woord mountain of het Franse woord mont.

Als een plant medicinale effecten heeft dan kun je er vergif op innemen dat hetzelfde plantje ook nadelen in zich herbergt. De meest giftige component van het valkruid is de helenaline. De gevolgen van inname van het valkruid zijn, onder andere, misselijkheid, overgeven, toename of afname van de polsslag, hartritmestoornissen (vandaar natuurlijk het effect op de polsslag), slaperigheid, ademnood, spierverlamming en – bij kinderen- coma. Verder kan huidirritatie (dermatitis) ontstaan door de aanwezige arnicine. De wortels bevatten weer afgeleiden van thymol, die ingezet kunnen worden als schimmelwerend middel of bestrijdingsmiddel. Inwendig gebruik wordt dus afgeraden. Toch werd valkruid vroeger wel aan snuiftabak toegevoegd, omdat de gedroogde en verpulverde bladeren de neusslijmvliezen prikkelen. Ook werd valkruid, samen met klein hoefblad en toortsbloemen gerookt als kruidentabak.

Bloemen van het valkruid worden toegepast in zalfjes, die worden ingezet bij pijn, veroorzaakt door artrose, keelontsteking en snijwonden. Valkruid wordt ook gebruikt bij bloedingen, blauwe plekken en zwelling na een operatie. Een klein onderzoek meldt dat valkruidzalf hetzelfde effect kan hebben als ibuprofen, maar met meer bijwerkingen[1]. Daardoor is het advies om toch maar een gereguleerd geneesmiddel te gebruiken en geen ongereguleerd smeerseltje.

In voedingsmiddelen is valkruid een smaakingrediënt in dranken, bevroren zuiveldesserts, snoep, gebakken goederen, gelatine en puddingen.

Benieuwd naar de verklaring van de Nederlandse namen? Valkruid is een kruid dat helpt tegen de gevolgen van vallen. Wolverlei is een verbastering van 'wolvenleger' in de zin van 'duivelsnest' en verklaart de vorm van de wortels.

[1] Cameron, Chrubasik: Topical herbal therapies for treating osteoarthritis in Cochrane Database – 2013. Zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten