Hij is zo zeldzaam dat deze soort nog niet eens een Nederlandse naam heeft mogen ontvangen. Omdat hij in Engelstalige landen bekend staat als Hungarian thyme, zullen we hem (voorlopig) ook maar Hongaarse tijm noemen.
Hoe zeldzaam is de Hongaarse tijm, zo kun je je afvragen. Welnu, deze soort is slechts op twee plaatsen op Nederlandse bodem aangetroffen: één standplaats bevindt zich in Den Haag en een tweede op Schiermonnikoog. Dat die twee locaties zo ver van elkaar afliggen is vreemd, maar wellicht te verklaren door ontsnappingen uit (moes)tuintjes.
De Hongaarse tijm is een vaste houtige kruidachtige plant die inheems is in Centraal-Europa, Oost-Europa en delen van Rusland. In die contreien is deze soort te vinden op droge locaties, waaronder weilanden, glaslanden en rotsige omgevingen. Met andere woorden: de Hongaarse tijm bewoont ongeveer dezelfde locaties als zijn meer bekendere broertje, de wilde tijm (Thymus vulgaris), alleen heeft hij een ander deel van Europa als leefgebied uitgezocht. Deze soort bereikt een maximale hoogte van 20 centimeter.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Thymus, is afgeleid van het woord tumos (θυμός)), dat door de Griekse filosoof en botanicus Theophrastus (371-287 vC) aan de plant gegeven werd toen deze soort bij offerandes werd gebruikt. Dat woord is verder te herleiden tot Tuo (θυω), dat ‘wierook branden’ heeft betekend. De oervorm van dat woord was tuov (θυόω) 'parfumeren’. Het tweede deel, pannonicus, is afgeleid van het Latijnse Pannonia, wat ooit de naam was van een Romeinse provincie en zo ongeveer het westelijk deel van het huidige Hongarije besloeg, aangevuld met wat aanliggende regio's.
In Servië wordt het gedroogde kruid toegepast in een smakelijke en verfrissende kruidendrank met een ietwat aparte citroenachtige smaaksensatie. Verse blaadjes worden verwerkt in eigengemaakte jam en snoepjes. Traditioneel wordt een aftreksel in diverse landen in de Balkan ook gebruikt tegen hoesten en andere luchtwegklachten, alsmede voor maag- en darmproblemen.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de naar citroen neigende smaak het gevolg is van de aanwezigheid van hoge concentraties aan thymol en p-cymene. Niet verwonderlijk is dat uit onderzoek ook is gebleken dat de concentraties van etherische oliën nogal kunnen variëren, afhankelijk van de groeiplaats, het klimaat en de hoeveelheid zonlicht.
Jawel, zoals te verwachten was heeft een aftreksel van de Hongaarse tijm een sterke antibacteriële werking. Ook schimmels en gisten zullen een behandeling met dat aftreksel niet overleven. Aan de andere kant is zo'n middel natuurlijk behoorlijk potent en zou het nooit in te sterke concentraties gebruikt moeten worden voor de behandeling van infecties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten