[Foto: Adrie van Heerden] |
De plant wordt tot 60 centimeter hoog. Op de stengel en de stengeltjes van de plant zitten slanke, meestal naar boven gebogen, spitse haartjes. De onderste bladen zijn omgekeerd-eirond, getand tot veerdelig, de middelste lancetvormig-getand of ingesneden, de bovenste zijn lijnvormig. De Amerikaanse kruidkers bloeit van mei tot augustus trosjes van kleine witte bloemen. Daarna ontstaat de vrucht in de vorm van een vrijwel rond hauwtje dat één zaadje bevat.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Lepidius, heeft een Oudgriekse herkomst, want daar betekent lepis (λεπῐ́ς) afwisselend 'schaal', 'schelp', 'schub' of 'vlok'. Het probeert de kleine hauwtjes te beschrijven of die wel wat op een mini-schelpje lijken. Het tweede deel, virginicum, is Latijns een betekent '(uit) Virginia', een van de staten van de Verenigde Staten. Dat laatste is wel een beetje inpikkerig, want hij komt van nature voor vanaf Canada tot aan Peru.
De hele plant is eetbaar. De jonge bladeren kunnen worden gekookt of gewokt. Ook rauw kunnen de bladeren als een salade worden gegeten. Ze hebben een milde peperachtige smaak. De bladeren bevatten behoorlijk wat vitamine A en vitamine C. De jonge zaaddozen, de hauwtjes, kunnen gebruikt worden als een vervanger voor zwarte peper. Dat verklaart tegelijkertijd ook zijn alternatieve Engelse benaming poor man's pepper ('arme lui's peper').
Dan over naar de Indianen: Ze gebruikten ooit een aftreksel van de bladeren als behandeling voor de uitslag die ontstaat na aanraking van de gifsumak. De zaadjes werden ingezet om hoesten en astma tegen te gaan. Zelfs de wortels konden nuttig gebruikt worden, want er werd een papje van gemaakt om bronchitis te behandelen. In Mexico werden wortels gebruikt om diarree te verhelpen.
Er is intussen wat wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de potentiële werkzaamheid van de Amerikaanse kruidkers en wat blijkt? Een extract van de wortels bleek een positief effect te hebben op een infectie met amoebes, wat men in de geneeskunde een parasitaire darminfectie pleegt te noemen en die leidt tot hevige diarree[1].
[1] Calzada et al: Antiamoebic activity of benzyl glucosinolate from Lepidium virginicum in Phytotherapeutic Research – 2003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten