Arabische jasmijn

Soms is het verbazingwekkend hoe een plant aan zijn naam is gekomen. De Arabische jasmijn (Jasminum sambac) is zo'n geval. Deze soort is niet inheems in Saoedi Arabië en is bovendien geen jasmijn. Om aan alle onzekerheid een eind te maken: de Arabische jasmijn heeft oorspronkelijk zijn wortels in de bodem van tropische delen van Azië staan en hij behoort tot olijffamilie (Oleaceae). Hij ruikt wel heel lekker en dat is de reden dat men hem in het verleden gemakshalve maar een jasmijn heeft genoemd. Bovendien is hij mede daardoor bijna wereldwijd in de tropen aangeplant en is vervolgens weer verwilderd.
De Arabische jasmijn is een altijdgroene struik die tot drie meter hoog kan worden. De soort is zeer variabel in vorm, mogelijk als gevolg van spontane mutaties of natuurlijke hybridizatie (bastaards). Daardoor kan hij zichzelf soms als een liaan door het oerwoud worstelen. Getemde versies zijn vaak zo ver van hun oervorm afgedwaald dat ze zelfs geen zaad meer produceren en moeten dus de mens inschakelen om zich te vermeerderen. Ook de bloemvorm is nogal wisselend en dus is hij slecht te herkennen.
De bladeren zijn eirond van vorm en kunnen zo'n tien centimeter lang worden. Omdat in de tropen geen echte seizoenen bestaan bloeien de witte bloemen het hele jaar door. Die bloemen groeien in groepjes van drie tot twaalf stuks aan het eind van de takken. Ze openen 's nachts, een strategie om nachtvlinders en andere nachtelijke honingzoekers aan te trekken. Overigens is dat geen onbekende bloeiwijze, want de nachttabak doet precies hetzelfde. Die bloemen geuren heel sterk naar jasmijn, waardoor de verwarring met die soort duidelijk wordt.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Jasminium, is via wat tussenstappen terug te voeren op het Perzisch, waar yasmine (یاسمن) zoiets betekent als 'een cadeautje van God'. Het tweede deel, sambac, is afkomstig uit de oude Indische taal het Sanskriet, waar campaka (चम्पक) vertaald kon worden als 'welriekende bloem'.

Het zal niet verbazen dat die welriekende bloem werd gebruikt voor een heerlijke welriekende thee. Die geur lijkt het gevolg te zijn van enkele geurende stofjes, waaronder een drietal esters (benzylacetaat, methylbenzoaat en methylsalicylaat) plus drie terpenen [(E)-β-ocimeen, linalool en α-farneseen]. Ook in de wereld van parfums is de etherische olie van de Arabische jasmijn zeer gewild.

Er is intussen wat wetenschappelijk onderzoek aan de Arabische jasmijn verricht en men is tot de conclusie gekomen dat een extract van de wortels een pijnstillende, ontstekingsremmende en koortsverlagende effecten heeft[1].

[1] Sengar et al: Anti-inflammatory, analgesic and anti-pyretic activities of standardized root extract of Jasminum sambac in Journal of Ethnopharmacology – 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten