Schorrenzoutgras (Triglochin maritima) is een kruidachtige, meerjarige en zoutmiddende plant. De soort is gebonden aan vochtige tot natte standplaatsen die variëren van zilt tot brak. De plant heeft rechtopgaande stengels, die scheef uit de grond komen. De bladeren hebben geen bladsteel, zijn grondstandig, lijn- tot lintvormig, spits aan de top en gaafrandig. De plant bloeit tussen mei en augustus met een aarvormige tros. Oudere planten vormen vaak heksenkringen. Doordat ze naar buiten toe uitdijen en in het midden afsterven. Schorrezoutgras is inheems in de koude en gematigde zones van het noordelijk halfrond, maar is ook in hetzelfde klimaat in Zuid-Amerika aan te treffen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Triglochin, is een combinatiewoord uit het Grieks: tri (Τρι) betekent 'drie' en glochis (γλωχις) betekent 'hoek'. Samen beschijft het de driekantige vorm van de vruchtjes. Het tweede deel, maritima, Het tweede deel, maritima, is Latijns en betekent '(van de) zee'.
Schorrenzoutgras verspreidt na kneuzing een sterke, wat zurige geur die volgens sommige doet denken aan de geur van frituur. Anderen menen weer dat het na kneuzing geurt naar chloor. Niet al te prettige geuren, zo kun je denken, maar er zijn mensen die vinden dat de geur van schorrenzoutgras een bijna perfecte imitatie is van die van koriander. Dat er ook nog een zilte component aan de smaaksensatie zit, betekent dat schorrenzoutgras een perfect kruid is om zeevisgerechten extra smaak te geven. Inderdaad zijn er creatieve koks die graag gebruik maken van dit zeer aparte kruid.
Maar schorrengraskruid heeft ook een duister kantje: het produceert namelijk waterstofcyanide (HCN) en dat is beter bekend als het potentieel dodelijke blauwzuur. De geschiedenis leert echter dat het vooral in gedroogde toestand zijn potentieel fatale werking heeft en dat betekent dat koeien en schapen daarvan het slachtoffer kunnen zijn. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat de waarden aan waterstofcyanide nogal kunnen variëren.
Intussen is bekend dat er geen tot nauwelijks blauwzuur in de verse, bijna kleurloze steel zit. Denk dan aan het stukje van de wortel tot het punt waar de bladeren aan de steel ontspringen. Ook blijkt het belangrijk te zijn dat je een plantje zoekt dat in het groeiseizoen niet eerder is geoogst. Schorrenzoutgras kan namelijk goed tegen 'begrazing' door mensen en dier, maar de wraak is dan zoet. Hij groeit opnieuw uit, maar mét extra blauwzuur.
Nu bestaan er veel meer kruiden en specerijen die potentieel behoorlijk giftig kunnen zijn in grotere hoeveelheden. Ook schorrenzoutgras zou voor mensen onplezierige gevolgen kunnen hebben als je het in grotere hoeveelheden zou consumeren. Maar dat doet dus niemand, want een kruid of specerij dient altijd met mate te worden ingezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten