Piccalilly

Piccalilly is een soort tussenvorm van een saus en een groente. Het is een van oorsprong Engelse interpretatie van diverse recepten van ingemaakte groente uit Zuidoost-Azië. De Britse versie bestaat uit verschillende gesneden groenten, waaronder bloemkool, ui en augurk, op smaak (en kleur) gebracht door mosterd en geelwortel (kurkuma of koenjit). De Nederlandse vorm lijkt veel op de Engelse.
De oorsprong van het woord 'piccalilly' is obscuur. De eerste keer dat het woord en het recept ergens in een kookboek verscheen was rond 1694 toen Anne Blencowe's kookboek 'Receipt Book' op de markt kwam. Daarin was een recept opgenomen voor "To Pickle Lila, an Indian Pickle". In 1769 werd de saus piccalillo genoemd en pas rond 1860 verscheen de huidige naam op flesjes en potjes. Het kan zijn dat het een samenvoeging is van pickle ('augurk') en chili ('chilipeper'). Dan zou het ooit 'pickled chili' (zeg het vijf keer snel achter elkaar) geweest zijn, maar dat er onderweg iets is foutgegaan met het woord.

Piccalilly bestaat aan de overkant van de Noordzee in een tweetal varianten: een grofgesneden variant, die wij ook in ons land kunnen kopen in iedere supermarkt, en een fijngesneden variant. De eerste wordt gebruikt als smaakmaker voor worst, bacon, eieren, toast, kaas en tomaten, terwijl de tweede meer als broodbeleg wordt ingezet.

In het noordoosten van de Verenigde Staten meenden ze de traditionele piccalilly te moeten 'verbeteren' door de groenten en geelwortel weg te laten en te vervangen door zoete paprika's en tomaten. Daardoor is de gele kleur verdwenen en is de Amerikaanse piccalilly donkerrood of diepgroen van kleur. Ze eten het bij hamburgers en hotdogs en dat is eigenlijk geen slecht idee. In het Amerikaanse Midwest wordt piccalilly weer gemaakt van fijngehakte augurken en dat maakt 'm heldergroen van kleur. Daardoor noemen ze deze saus 'neon relish'. In het zuiden van dat grote land kennen ze piccalilly eigenlijk niet, maar hebben een vervangende saus met de naam chow-chow op basis van onrijpe groene tomaten, aangevuld met ui, paprika, bloemkool, groene bonen en andere groenten. Om het helemaal ingewikkeld te maken noemt men piccalilly in de US soms chow-chow. En andersom.

In onze voormalige kolonie Suriname hebben ze de piccalilly een pittige draai gegeven door de traditionele Nederlandse versie aan te vullen met een sambal op basis van Madame Jeanette chilipepers en knoflook. Dát is een versie die in Nederlandse supermarkten niet zou mogen ontbreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten