Anjers zijn meerjarige kruidachtige planten die tot 80 centimeter hoog kunnen opgroeien. De bladeren zijn grijsgroen, tot 15 centimeter lang en ongeveer 4 centimeter breed. Tegenwoordig zijn er talloze cultivars met prachtige, maar tegelijk onnatuurlijke kleuren.
Het bijzondere is dat die anjer (Dianthus caryophyllus) in het Engels een zogenaamde carnation was. Veel mensen geloven dat het woord een verbastering is van coronation ('kroning'), omdat sommige soorten inderdaad op wat een kroon gelijken. Anderen, waaronder ikzelf, denken dat het afgeleid moet zijn van het Latijnse woord carnatio, wat 'vlezig' betekent in de zin van 'vleeskleurig'. De oorspronkelijke soort bloeide namelijk met bloemen die rozig paars (of paarsig roze) van kleur waren.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Dianthus, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar dios (Διός) 'god' ofwel 'Zeus' betekende en anthos (ἀνθός) 'bloem'. Samen is dat natuurlijk 'goddelijke bloem', een naam die al door de Griekse allesweter Theophrastus (371-287 vChr) werd bedacht. Het tweede deel, caryophyllus, is afgeleid is van het Oudgriekse woord karyon (κάρυον) 'noot' plus phyllus (φύλλον) 'blad'. Samen is dat 'nootblad', maar daarover later meer.
Het blijft maar verwarrend, want zelfs in het moderne Portugees betekent cravo zowel 'kruidnagel' als 'anjer'. Ooit werd de anjer in het Engels wel gilliflower genoemd, afkomstig van het Franse woord giroflée en afgeleid van caryophyllus ofwel 'nootblad'.
In het Middeleeuwse Engeland bestond er zelfs een oud gebruik, de peppercorn rent ofwel de huur betalen in peperkorrels (in natura). Er bestaat bijvoorbeeld een oud huurcontract uit 1262 dat voor een weiland de jaarlijkse huur werd vastgesteld op 'The clove of one Gillyflower'. Dus één enkele kruidnagel als jaarlijkse huur voor een heel weiland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten