Grains of Paradise

Paradijszaad is de ietwat gemakzuchtige vertaling van de meer bekende Engelse benaming, Grains of Paradise (Aframomum melegueta). Grains of Paradise behoort tot de gemberfamilie (Zingiberaceae) en is bovendien nauw verwant aan de kardemom (Elettaria cardamomum). Deze specerij is inheems in West-Afrika, waar het ooit zo belangrijk was dat bepaalde delen van de kust bekend stonden als de Peperkust. Het staat plaatselijk verder bekend onder naman als melegueta peper, alligatorpeper, Guineazaad, ossame of fom wisa.
Deze specerij is afkomstig van een kruidige vaste plant die zich het beste thuisvoelt in een wat moerassige omgeving (vandaar natuurlijk ook zijn bijnaam aligatorpeper). Hij bloeit met tormpetvormige paarse bloemen die uiteindelijk tot zeven centimeter lange peulen zullen opleveren. In die peulen verstoppen zich talloze kleine, roodbruine zaadjes.

Grains of Paradise hebben een friszure, pikante, peperachtige smaak. Deze smaak wordt veroorzaakt door een aantal aromatische ketonen, waaronder (6)-paradol. Hetzelfde stofje wordt ook aangetroffen in gember (Zingiber officinale), wat geen wonder is omdat ze immers tot dezelfde familie behoren. Van (6)-paradol is bekend dat het potentieel werkzaam kan zijn tegen kanker. Weliswaar is het onderzoek slechts bij muizen verricht, maar het is een hoopvol begin[1].
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Aframomum, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks: afra- duidt eigenlijk op de Afar, een in Etiopië levend volk, maar hier bedoeld om heel Afrika mee te benoemen, terwijl -momum afgeleid is van amomos (ἄμωμος). Dat woord is weer een combi van a- 'zonder' en mómos (μῶμος) 'blaam'. Samen is dat dus '(een kruid) zonder blaam uit Afrika'. Het tweede deel, melegueta, is uiteindelijk terug te herleiden tot het Latijnse milium 'gierst' met een verkleinvorm. Met andere woorden: 'kleine gierst'.

Grains of Paradise worden veelvuldig gebruikt in de nationale keukens van West- en Noord-Afrika. Middels karavanen door de verzengend hete Sahara arriveerde deze specerij in Noord-Afrika om van daaruit per schip naar Sicilië te worden vervoerd. Daarna was maar een kleine stap (de slechts twaalf kilometer brede Straat van Messina) om de rest van Italië te bevoorraden. In Romeinse tijden werd deze specerij Afrikaanse peper genoemd. Na de val van het westelijk deel van het Romeinse Rijk in 476 nChr zijn Europeanen het gebruik van Afrikaanse peper vergeten. Toen deze eeuwen later in de 14de en 15de eeuw door Portugese ontdekkingsreizigers opnieuw werd 'ontdekt' plakten ze de naam Grains of Paradise op deze specerij. Het was een vroege vorm van reclame.

[1] Chung et al: Antioxidative and antitumor promoting effects of [6]-paradol and its homologs in Mutation Research – 2001

Geen opmerkingen:

Een reactie posten