Meisjesogen

Met een naam als meisjesogen (Coreopsis tinctoria) moet je het wel hebben over een lieflijk ogend kruidig plantje en dat klopt. Meisjesogen behoort tot dezelfde familie als waartoe ook de zonnebloem behoort.
Het is een plantje dat inheems is op het centrale deel van het Noord-Amerikaanse continent. Daar waar de Great Plains zich eindeloos uitstekken en waar bizons, Indianen en godvrezende Amerikanen (en vaccinontkenners en Trumpsupporters) hun thuishaven hebben. Het gaat om een immens gebied dat vanaf Centraal Canada, via de prairies, loopt tot aan noordoost Mexico.

Omdat meisjesogen het soms met weinig vocht moet doen heeft hij geleerd snel op te groeien. Uiteindelijk kan hij een hoogte bereiken van een meter, al is 30 centimeter eigenlijk een gemiddelde. Tientallen bloemen ontspruiten aan deze plant. De bloemblaadjes zijn prachtig heldergeel met een bruinpaars tot bruin bloemhoofdje. Die kleur breidt zich als een verfvlek uit op de bloemblaadjes.

Een broertje, de Coreopsis verticillata wordt hier gemakshalve ook maar meisjesogen genoemd. Hij verschilt slechts met de andere versie omdat hij een donkergeel bloemhoofd heeft.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Coreopsis, is geleend uit Het Oudgrieks, waar, kóris (κόρις) 'luis' of 'wants' betekende. De zaadjes lijken op die in bed krioelende insecten. Om diezelfde reden wordt de soort in zijn thuislanden weer tickseed ('tekenzaad') genoemd. Het tweede deel, tinctoria, is afgeleid uit het Latijn, waar tingō ooit 'weken in kleurstof' heeft betekend. Van de andere soort, verticillata, ontdekken we dat de naam terug te herleiden is tot het Latijnse verticillātus, wat 'kronkelig' betekent en de steel beschrijft.

Enkele Indianenstammen gebruikten de bloesems van de meisjesogen om een mahonierode kleurstof te maken voor hun wol. En, tot het moment dat koffie in die contreien werd geïntroduceerd, werd van deze plant een warme drank gezet. De dames gebruikten een extract van de hele plant (behalve de wortel) als ze zwanger wilden worden van een meisje. Nu weet je eindelijk waar deze plant in ons land zijn Nederlandse soortnaam, meisjesogen, aan te danken heeft.

Natuurlijk konden veredelaars weer niet met hun handen van dit plantje afblijven in een poging om dat van nature al prachtige plantje te 'verbeteren'. Er bestaan nu een steeds groeiende serie cultivars die als exoot meer en meer onze tuinen versieren, daaruit ontsnappen en vervolgens onze inheems natuur besmetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten