Bonenkruid

Bonenkruid behoort tot een geslacht van kruiden, waarvan er een tweetal als keukenkruiden worden ingezet: het eenjarig bonenkruid (Satureja hortensis) en het bergbonenkruid of meerjarig bonenkruid (Satureja montana). In Nederland worden er een aantal familieleden in het wild aangetroffen, waaronder borstelkrans (Satureja vulgaris), Bergsteentijm (Satureja calamintha) en klein steentijm (Satureja acinos).

Beide bonenkruiden zijn inheems in de gematigde en warme delen van Zuidwest-Europa en op de kusten van de Middellandse Zee, maar zijn geschikt om in ons land in een beschutte kruidentuin te kweken. Al deze kruiden zijn gerelateerd aan thijm, marjoleinrozemarijn en diktamo. Ze delen met deze aromatische houtige planten de etherische oliën carvacrol (tot 45%) en thymol. Men meent dat het eenjarige bonenkruid iets meer pit heeft en daardoor wordt aan die versie in het algemeen de voorkeur gegeven. Het probleem is dat het als eenjarige plant pas in de zomermaanden beschikbaar is, terwijl zijn meerjarige tegenhanger gedurende het hele jaar geoogst kan worden. De planten zijn laag groeiende kruiden en kunnen tot 40 centimeter hoog reiken. Ze bloeien met kleine witte of roze bloemen. De jonge blaadjes en de steeltjes worden als keukenkruid ingezet.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Satureja, is vermoedelijk afgeleid van het Arabische woord atar, dat geur betekent en dat uiteindelijk afstamt van utur 'parfum' of 'aroma'. De Arabieren gebruikten de term Za'atar voor alle kruiden in de grote muntfamilie. Het tweede deel van het eenjarig bonenkruid, hortensis, is afkomstig uit het Latijn, waar hortus 'tuin' betekent. Het tweede deel van het meerjarig bonenkruid, montana, is ook al Latijns: het woord mons betekent 'berg'.

Bonenkruid heeft een geur die wat doet denken aan een mix van lavendel, appels en met een vleugje munt. De smaak is bovendien wat peperachtig. In veel gevallen kan men door bonenkruid in gerechten te verwerken het gebruik van peper en zout beperken. Het kruid speelt een belangrijke rol in de Oost-Europese keukens. Het wordt voornamelijk toegepast in bonenschotels, maar ook in en op vleesgerechten zal het veelvuldig gebruikt worden. Het meekoken van een takje bonenkruid bij sperziebonen geeft een onverwachte smaaksensatie. Maar ook in Frankrijk behoort bonenkruid tot de belangrijke keukenkruiden en is het een vast onderdeel van de beroemde herbs de provence ofwel provençaalse kruiden.

Men denkt dat bonenkruid de winderigheid als gevolg van de consumptie van bonen effectief kan tegengaan. Een thee, getrokken van bonenkruid, zou kunnen helpen om maagproblemen te verzachten en diverse ingewandsstoornissen te verhelpen. Theoretisch zou het kunnen omdat de etherische oliën antibacterieel en ontstekingsremmend zijn. Het probleem is echter dat de positieve effecten slechts in een reageerbuisje zijn waargenomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten