Kaneelmirte

De kaneelmirte (Backhousia myrtifolia) is een groenblijvende struik of kleine boom uit de uitgebreide Myrtaceae-familie. Deze soort is inheems in de subtropische regenwouden van Oost-Australië, met name in de staten Queensland en New South Wales.
De kaneelmirte bereikt een hoogte van tussen de drie en zeven meter, al kan hij onder ideale omstandigheden tot wel 12 meter hoog opgroeien. De bladeren zijn ovaal tot lancetvormig, donkergroen, glanzend en aromatisch, met een sterke kaneelgeur wanneer ze gekneusd worden. De soort bloeit met kleine, crèmekleurige tot witte bloemetjes in trossen, meestal in de lente en zomer. De bloemen worden gevolgd door kleine, niet-eetbare vruchtjes.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Backhousia, eert de Australische botanist en missionaris James Backhouse (1794-1869). Om het eenvoudig te houden was zijn zoon, ook met de naam James Backhouse (1825–1890), eveneens een botanist. Het tweede deel, myrtifolia, is afkomstig uit het Latijn, waar myrtus 'mirte' betekende en folia 'blad'. Samengevoegd is dat dus "mirte-achtige bladeren". Deze naam verwijst naar de gelijkenis van de bladeren van de kaneelmirte met die van de echte mirte (Myrtus communis).

De bladeren – en daar gaat het natuurlijk om - hebben een kenmerkende kaneelachtige geur. Die heerlijke (en herkenbare) geur en smaak is het gevolg van de aanwezigheid van een tweetal etherische oliën: methyl eugenol en elemicine. Tegenwoordig is de kaneelmirte bijzonder populair als specerij in exclusieve Australische restaurants. In meer betaalbare restaurants gebruikt de kok simpelweg kaneel. Intussen lijkt iedereen vergeten te zijn dat het de Aboriginals waren die al millennia geleden de voordelen van de kaneelmirte hadden ontdekt.

Die gedroogde bladeren van de kaneelmirte worden soms gebruikt als vervanger voor kaneel in thee, gebak of hartige gerechten. Het lastige is dat tijdens het drogen veel van die etherische oliën verloren gaat en daardoor de geur en smaak wat lafjes wordt.

Naast culinair gebruik wordt de plant ook toegepast in de traditionele geneeskunst. Wetenschappelijk onderzoek lijkt aan te tonen dat extracten van de bladeren van de kaneelmirte mogelijk inzetbaar zijn als middel tegen bacteriële en schimmelinfecties. Bovendien werd ontdekt dat bladextracten van de kaneelmirte de groei van Proteus mirabilis bacteriën remmen. Deze bacterie wordt veelvuldig in verband gebracht met urineweginfecties, vooral bij gecompliceerde of met katheter geassocieerde urineweginfecties[1]. Proteus mirabilis bacteriën zijn zelfs in verband gebracht als mogelijke veroorzaker van reumatoïde artritis[2].

Ook als sierplant doet de kaneelmirte het goed, vooral vanwege zijn aantrekkelijke bladeren en compacte groei.

[1] Chen et al: Proteus mirabilis urinary tract infection and bacteremia: Risk factors, clinical presentation, and outcomes in Journal of Microbiology, Immunology and Infection – 2012
[2] Rashid et al: The link between Proteus mirabilis, environmental factors and autoantibodies in rheumatoid arthritis in Clinical and Experimental Rheumatology - 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten