Citroenkruid

Citroenkruid (Artemisia abrotanum) is inheems in wat landen rondom de Middellandse Zee, voornamelijk Spanje en Italië, maar zo af en toe wordt hij hier in ons koelere Nederland aangetroffen. In ons land groeien een aantal familieleden van citroenkruid, waaronder alsem (Artemisia absinthium) en bijvoet (Artemisia vulgaris). Alsem geeft absint zijn karakteristieke bittere smaak, terwijl bijvoet soms ook dienst doet als keukenkruid.

Citroenkruid kan meer dan een meter hoog worden en kenmerkt zich door kleine grijsgroene fijngeveerde bladeren. De plant kan een meter hoog worden en bloeit alleen in warmere zomers met kleine bleekgele bloemen. De ongetemde versie van het kruid heeft een geur die vaag doet denken aan citroen en dat is uiteraard de reden dat we hem citroenkruid hebben genoemd. Voor ietwat verwende tuinliefhebbers hebben kwekers om onverklaarbare redenen een variant ontwikkeld met een sterke geur van kamfer. Nog vreemder is de geur van de derde versie, want die doet denken aan die van cola cola. Soms wordt deze laatste zelfs verkocht onder de naam coca colakruid.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Artemisia, vernoemt de Griekse godin Artemis, de godin van de jacht en beschermer van het bos en kinderen. Graven we dieper dan geloven taalwetenschappers dat de oervorm van de naam Artemis òf als artemes (veilig) òf als artamos (een slager) kon worden geschreven. Dat weerspiegelt ook al de werking van een geneeskrachtig kruid: precies goed is veilig, terwijl teveel dodelijk kan zijn. Het tweede deel, abrotanum, is een combinatiewoord uit de Griekse taal, waar a is 'niet' en brotos (βροτσς) is 'sterfelijk'. Samen is dat dus 'onsterfelijk'. In Nederland zijn de benamingen averuit of averoon vrijwel uitgestorven, maar beide stammen af van de Griekse vorm.

In het Engels wordt hij aangeduid als southernwood, een verkorte vorm van southern wormwood ('zuidelijk wormkruid'). Citroenkruid is in het bezit van een aantal stofjes die parasieten en wormen effectief kunnen doden, vandaar ook zijn Angelsaksische naam. Vroeger werd het kruid ook in de klerenkast neergelegd om motten te bestrijden en om de muffe geurtjes te verdrijven.

Citroenkruid zit dus boordevol etherische oliën die al in kleine hoeveelheden positieve of negatieve effecten kunnen hebben. In de volksgeneeskunst gebruikt men de bladeren en de bloemen van het kruid in de vorm van zwakke thee om de menstruatie op gang te brengen (dus: nooit gebruiken tijdens de zwangerschap) en om koorts te bestrijden.

Jonge takjes worden in Italië nog steeds als keukenkruid gebruikt in salades. Het geeft een bittere en tegelijkertijd ietwat citroenige smaak aan gerechten. Diezelfde smaak kan helpen om varkensvlees wat extra aroma te geven. Wat flauwe vleessoorten als kip kunnen met een vulling van een beetje citroenkruid een extra dimensie krijgen. Er bestaan verder nog wat recepten voor het gebruik van citroenkruid bij het inmaken van augurken. In Nederland zouden we misschien wel eens wat avontuurlijker kunnen zijn voor wat betreft onze keukenkruiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten