Verfhout (Haematoxylum campechianum) is eeuwenlang in gebruik geweest als bron voor een natuurlijke kleurstof. Verfhout is een boom in de grote vlinderbloemenfamilie (Fabaceae), die oorspronkelijk uit het zuiden van Mexico komt en later is geïntroduceerd in het Caribisch gebied, het noorden van Midden-Amerika en zelfs andere plaatsen over de hele wereld.
De boom was van groot economisch belang van de 17e tot de 19e eeuw, toen hij veelvuldig werd gekapt en naar Europa werd geëxporteerd voor gebruik bij het verven van stoffen. De houtsnippers worden nog steeds gebruikt als een belangrijke bron van hematoxyline. De bast en bladeren worden ook gebruikt in diverse medische toepassingen. In die tijd werd het beschouwd als een veelzijdige kleurstof en werd het veel gebruikt op textiel en ook voor papier. Het tegenwoordige Belize ontwikkelde zich ooit uit houtkapkampen die in de 17e en 18e eeuw door de Engelsen waren gesticht.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Haematoxylum, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar haîma (αἷμα) 'bloed' betekende en xúlon (ξύλον) 'hout. Samen is dat dus 'bloedhout'. Het tweede deel, campechianum, is geleend uit het Spaanse Campeche, een van de staten van Mexico, al is dát woord weer afgeleid uit de plaatselijke Maya-taal, het Yucatec Maya: Kaan Peech. Kaan betekent 'slang' en Peech is 'teek'.
De kleurstof haematoxyline werd al gebruikt door zowel de Maya's als de Azteken. Deze kleurstof werd door de Spanjaarden in Europa geïntroduceerd en al snel daarna werd het volop toegepast in Europese stoffen.
Hematoxyline werd gebruikt om zwart, blauw en paars te produceren op diverse soorten textiel. Het bleef een belangrijke industriële kleurstof tot de introductie van geschikte vervangers in de vorm van synthetische kleurstoffen.
Als blauwe kleurstof met een aluminiumzout als mordant (de stof die de kleurstoffen uit de natuurlijke materialen helpt binden aan de stof) waren de resultaten niet zo lichtbestendig als die geproduceerd met indigo. Hematoxyline bleef belangrijk als zwarte kleurstof (met koper of chroom als mordant) voor wol tot in de jaren twintig van de vorige eeuw, toen een zwarte synthetische kleurstof beschikbaar kwam die compatibel was met wol. Hedendaags gebruik van hematoxyline omvat het verven van zijde, leer en (medisch) hechtdraad.
Verfhout zorgde ook voor een extra zakcentje voor zeelieden in de 17e eeuw. Spanje claimde zo'n beetje heel Midden- en Zuid-Amerika als zijn soevereine grondgebied gedurende de 17e en 18e eeuw. Het was het gevolg van het Verdrag van Tordesillas (1494), dat de opdeling regelde van het Amerikaanse continent tussen Castilië en Portugal. Engelse, Nederlandse en Franse zeelieden snapten de waarde van verfhout en zetten kampen op om de bomen te kappen en te verzamelen voor verscheping terug naar Europa. Spanje stuurde periodiek een eskader om de verfhoutkappers te stoppen. Dat had echter een averechts effect: de werkeloze verfhoutkappers monsterden aan op piratenschepen om op hun beurt de Spanjaarden te overvallen.
Het kappen van verfhout was winstgevend, maar bracht slechts een fractie op van de winsten uit tabak en andere legale handelswaar. De West-Indische Compagnie (WIC) wist verfhout echter wel op waarde te schatten en handelde ook in dat product.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten