Sofiekruid

Mosterd is zowel een een uitgebreide als een verwarringstichtende familie. Er bestaan diverse planten die trots de naam mosterd dragen, maar het lastige is dat ze niet allemaal tot hetzelfde geslacht behoren. Een goed voorbeeld van die verwarring is het sofiekruid.

Sofiekruid (Descurainia sophia) een volstrekt vergeten keukenkruid. Het is een tot één meter hoge rechtopstaande plant. Deze mosterdplant is direct te onderscheiden van alle andere in Nederland voorkomende kruisbloemigen door zijn fijn verdeelde bladeren. Het is een oorspronkelijk Euraziatische soort, die in Nederland in kalkrijke duinen aan de Noordzeekust van nature zal voorkomen. De meeste vindplaatsen zijn tegenwoordig gemeld op de Waddeneilanden, want juist daar bestaan nog ongerepte duinen. Het groeit bovendien aan wegranden en in omgewerkte bermen, soms ook op spoorwegemplacementen en haventerreinen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Descurainia, eert François Descourain of Descurain (1658-1740), een Franse geneesheer en apotheker in Étampes, nabij Parijs. Hij is bekend geworden door zijn correspondentie met diverse bekende plantkundigen en schreef zelfs een boek over de flora die hij in de omgeving van zijn woonplaats aantrof. Het tweede deel, sophia, is afkomstig van het Griekse woord sophós, dat ‘wijsheid’ en later ‘wijze man’ betekend heeft.

Na de bloei ontstaan uit het vruchtbeginsel langwerpige en opwaarts krommende doosvruchten ofwel hauwen. Hauwen zijn simpelweg mini-peultjes, waarin de mosterdzaden zich bevinden. Het zaad wordt zowel rauw als gekookt of geroosterd gegeten worden, maar kan ook tot mosterd geperst worden.

Het jonge blad is een pittige toevoeging in salades. Het oudere blad kan na kort roerbakken eveneens gegeten worden.

De naam sofiekruid is niet voor niets gekozen, want sophos betekent in het oud-Grieks ‘wijsheid’ en die naam is te danken aan zijn aanduiding in oude kruidenboeken. Onder middeleeuwse kruidenmannetjes en –vrouwtjes stond hij bekend als Sophia Chirurgorum, de 'Wijsheid van de Chirurgijnen' omdat het kruid als laatste redmiddel tegen dysenterie werd ingezet. Ook werden aan het sofiekruid wondhelende en verdovende eigenschappen toegeschreven.

In Duitsland is het bekend als Sophienrauke (van ‘raket’ en het Latijnse eruca) en wordt het geassocieerd met Sint Sophia van Rome (gestorven in 304 nC), die werd aangeroepen om in het voorjaar te laat intredende vorst tegen te gaan. Ze is daarmee een van minst bekende de ijsheiligen, maar tegelijkertijd is het een opmerkelijk voorbeeld van de wijze waarop de katholieke kerk de geloven en gebruiken van de heidense Germanen overnam en rimpelloos integreerde in hun eigen geloof.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten