Ooit bewoonde de zomereik delen van Zuid-Europa, maar hij volgde het terugtredende ijs na de afloop van de laatste ijstijd. Zodoende is hij ook op een natuurlijke manier in ons land aangekomen. Het is een loofboom die uiteindelijk wel meer dan 1200 jaar oud kan worden en de stam heeft dan een omtrek van meer dan 10 meter.
De herkomst van het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Quercus, is volstrekt onduidelijk. Taalgeleerden komen niet verder dan dat quercus in het Latijn 'eik' betekende. Vermoedelijk is quercus echter verwant aan 'kurk'. De bast van de kurkeik (Quercus suber) levert namelijk kurk. Via het Latijnse cortex ('bast van een boom' of 'kurk') komen we dan uit bij het oud-Griekse keiro (κείρω) dat 'afkappen' of 'afscheren' betekende. Het tweede deel, robur, betekent 'sterk' en verklaart het superharde hout.
Eikels worden met smaak opgepeuzeld door diverse diersoorten. Naast allerlei vogels en knaagdieren, houden ook varkens, zwijnen, beren en herten veel van eikels. Omdat die eikels veel tannine bevatten zijn ze voor de mens te bitter. Bovendien zijn die in grotere hoeveelheden ongezond en moet er eerst een bewerking plaatsvinden om dat stofje eruit te krijgen. Van eikels kan eikelmeel gemaakt worden en dat was ooit een belangrijke voedingsbron in vele culturen, zeker tijdens periodes van hongersnood.
Van de schors kan een
In de 17de eeuw werd een aftreksel van eikenbast gebruikt om alcoholisten te genezen van hun verslaving. Dat het hielp begrijp ik dus perfect. Zonder lever en nieren heb je geen behoefte meer aan alcohol. Je bent namelijk gewoon dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten