Cubebpeper

Ook de cubebpeper (Piper cubeba) is lid van de zeer uitgebreide peperfamilie, die afhankelijk van welke boeken je doorbladert 1,000 tot 2,000 soorten bevat. De cubebpeper is inheems op de de Indonesische eilanden Borneo, Java, Celebes en Sumatra, maar wordt ook op bescheiden schaal geteeld in Maleisië en op Sri Lanka.
Gedurende de Chinese Tangynastie (618–907 nCr) werd de handel in cubebpepertjes gedomineerd door de Chinesche handelaren. Ze werden in zulke grote getalen vanaf het (huidige) Indonesische eiland Sumatra ingevoerd en weer via de zijderoute uitgevoerd dat men op een bepaald ogenblik dacht dat de cubebpeper in China inheems moest zijn. Chinese artsen schreven cubebpeper voor om eetlust te bevorderen en om 'duivelsdampen' te genezen. Duivelsdamp heeft verschillende betekenissen. Soms betekent het zelfs de 'damp van uien die je ogen doen tranen', maar om nu met cubebpeper in je ogen te gaan wrijven lijkt me ook geen goed idee. Vreemd genoeg zijn er geen historische bronnen die melden dat cubebpeper als specerij werd ingezet.

Hoewel de zwarte peper (Piper nigrum) al sedert in de Romeinse tijd in Europa bekend was, verdrong hij de cubebpeper pas definitief in de 18de eeuw. Pilipe III, Koning van Portugal, verbood namelijk in 1640 de handel in cubebpepers omdat hij met zwarte peper nog meer winst kon maken. Tegenwoordig wordt deze specerij vooral medicinaal toegepast in diens 'thuislanden'.

De besjes worden geoogst voordat ze rijp zijn. Dan worden ze zorgvuldig gedroogd in de zon. Doordat men de steeltjes aan de gedroogd besjes laat zitten wordt deze specerij in het Engels soms ook de tailed pepper ('peper met een staart') genoemd. De kleur variëert van grijsbruin tot zwart. Het zaadje is hard, wit van kleur en olie-achtig. De geur van de lange peper wordt beschreven als als aangenaam en aromatisch. De smaak is scherp, zurig, ietwat bitter en lang aanhoudend. Deze specerij wordt op precies dezelfde wijze in gerechten toegepast als zijn beroemdere broertje, de zwarte peper.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Piper, is via het Grieks en het Perzisch terug te voeren op een oeroud woord uit het Sanskriet, pippali betekende ‘lange peper’. Het tweede deel, cubeba, is de Latijnse vorm van het Arabische kabāba (كبابة‎) en daar loopt het spoor bij iedereen dood. In het Javaans wordt deze pepersoort echter kukumus genoemd. De door mij geraadpleegde taalkundige (@siwaratrikalpa) meent dat kabāba een zeer ongebruikelijke mutatie is van het woord kukumus.

In diverse vormen van volksgeneeskunst werden de effecten van het consumeren van cubebpepers aanbevolen. Het zal de wat nadenkende mens niet verbazen dat na wetenschappelijk onderzoek weinig overbleef van die veronderstelde effectiviteit. Toch hadden de aanwezige etherische oliën wel degelijk enig nut: rond 1815 bestonden diverse tincturen en pastilles waarin oleum cubebae ('cubebolie') was verwerkt. Het zou werken tegen urineweginfecties. keelklachten en bronchitis. Dat kan kloppen, want die etherische oliën had inderdaad een ontsmettende en antibacteriële werking.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten