Kerriebladeren zijn de bladeren van de kerrieboom (Murraya koenigii), die inheems is in zuidelijk India en Sri Lanka (het vroegere Ceylon). Door zijn populariteit in diverse Aziatische keukens is de kerrieboom in diverse landen aangeplant en is zijn areaal ondertussen in oostelijke richting uitgebreid tot Birma. De kerrieboom kan in (sub)tropische omstandigheden uitgroeien een grote struik of kleine boom van een meter of zes. Hij bloeit met heerlijk geurende witte bloemen.
Van de kerrieboom wordt alleen het blad verwerkt in diverse gerechten. Hoewel de naam anders doet vermoeden is zijn gebruik niet alleen beperkt tot curry's. Vergeet niet dat, wat wij als kerrie zien, in Engelstalige landen heel wat anders is als curry. Kerrie is een smaakmaker, terwijl curry een hele maaltijd is. Zie hier voor een duidelijke uitleg.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Murraya, refereert aan de Zweedse botanicus en farmacoloog Johan Andreas Murray (1740–1791), die veel onderzoek deed naar de mogelijke effecten van geneeskrachtige planten. Het tweede deel, Koenigii, eert ook al een botanicus, de 'Duitser' Johann Gerhard König (1728–1785). Ik schrijf Duitser tussen aanhalingstekens omdat Kreutzburg ten tijde van de geboorte van König tijdelijk Duits was. Ondertussen heet de plaats Krustpils en ligt in Letland.
Het kerrieblad wordt, net zoals een laurierblad, gewoonlijk in zijn geheel in gerechten verwerkt. De bladeren worden gewaardeerd als smaakmaker in Indische en Sri Lankaanse gerechten, voornamelijk in curry's. Kerriebladeren worden al vroeg in de pan gedaan, gewoonlijk gelijktijdig met het bakken van de uien. De smaak van verse kerriebladeren doet denken aan die van mandarijn. Dat is niet zo heel vreemd, omdat het geslacht Murraya ook tot citrusvruchten wordt gerekend.
In Cambodja roosteren de Khmer de kerriebladeren boven een open vuur totdat ze knapperig zijn. Daarna verkruimelen ze het blad in hun zure soep met de naam Somlor Maju Krueng. In Indonesië worden kerriebladeren als daun kari voornamelijk gebruikt in de regionale keuken van Aceh, het vroegere Atjeh, omdat die provincie lang onder invloed heeft gestaan van de Indische keukens.
Kerrieblaadjes moeten bij voorkeur vers gebruikt worden omdat ze bij drogen veel van hun etherische oliën zullen verliezen. Dat was in het verleden nogal een probleem, maar in de huidige tijd kunnen liefhebbers blaadjes ingevroren inkopen bij enkele toko's. Een andere optie is uiteraard om je eigen kerrieboompje op te kweken.
Mocht je geloven in de Ayurvedische geneeskunst dan zouden kerriebladeren mogelijk kunnen helpen bij problemen met je lever en als middeltje om diabetes, koorts en diarree tegen te gaan. Bovendien zou het misschien ontstekingsremmende en antibacteriële eigenschappen bezitten.
Wil je eens een kerrieboompje in je eigen woonkamer proberen op te kweken? Bestel je zaden dan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten