Nigelle (Nigella sativa) is een specerij waarvan de pikzwarte zaden gebruikt worden in diverse Noord-Afrikaanse en Aziatische keukens. In Nederland is nigelle nog behoorlijk onbekend en dat is wellicht een reden dat er een aantal verwarringstichtende namen in omloop zijn om het zaad te beschrijven. Soms hoor je zwarte komijn, zwarte karwij, zwart sesamzaad of muskaatbloem. In het Engels gaat men zelfs nog verder en noemt men de nigelle ook nog fennel flower (venkelbloem), onion seed (uienzaad) of Roman coriander (Romeinse koriander).
De nigelle is een eenjarige plant, die groeit in wat warmere klimaten en kan daar tot 30 centimeter hoog reiken. Hij bloeit met delicate bloemen die gewoonlijk lichtblauw met wit gekleurd zijn met vijf tot tien bloemblaadjes.
In Nederland worden een tweetal familieleden van de af en toe in het wild aangetroffen: het juffertje-in-het groen (Nigella damascena) en de wilde nigelle (Nigella arvensis). Deze zijn in veruit de meeste gevallen ontsnapt uit tuinen omdat men ze regelmatig aangeplant heeft om hun aantrekkelijke bloemen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Nigella, is een verkleinwoord van het Latijnse woord niger dat 'zwart' betekent. Het betekent dus eigenlijk 'zwartje', maar men bedoelde natuurlijk 'zwart (zaadje)'. Het tweede deel, sativa, is afgeleid van sativus dat in het Latijn 'gezaaid' of 'gecultiveerd' betekent. Misschien moeten we met z'n allen het nigellezaad in het Nederlandse taalgebied daarom maar gewoon 'zwart zaad' gaan noemen. Sommigen doen dat namelijk al en het zou veel verwarring voorkomen.
De oliehoudende zaadjes worden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika als vervanging van maanzaad op te bakken brood gestrooid. Ook kan het nigellezaad over salades gestrooid worden om deze wat extra pit te geven. In de Indiase keukens zijn deze zaadjes enorm populair en worden toegevoegd in een keur van gerechten, waaronder chutneys, tafelzuren, groentegerechten en dahl (brij van peulvruchten als linzen, erwten of bonen).
In droge, ongemalen toestand heeft nigelle weinig geur en smaak. Pas wanneer hij in contact komt met vocht of wanneer het zaad vermalen wordt komt er een vage oregano-achtige geur vrij. De smaak is ietwat nootachtig, peperig en bitter als gevolg van de aanwezigheid van thymoquinone.
In diverse landen wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke positieve effecten van thymoquinone en deze essentiële olie lijkt enige effect te hebben bij epilepsie bij kinderen, diverse leverproblemen en enkele kankervarianten. Geen wonder dat nigellezaad her en der bekend staat als healing herb, maar daar zijn wel wat kanttekeningen bij te plaatsen: hoe weet je dat voldoende werkzame stof op de juiste plaats terecht komt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten