Njangsa

Als het gaat om het toepassen van allerlei plantaardige producten als ingrediënt in maaltijden dan kent de menselijke vindingrijkheid nauwelijks grenzen. De toenemende bereidheid om exotisch te gaan eten zorgt er ook in Nederland voor dat we steeds meer kruiden en specerijen in ons keukenkantje hebben staan.
Maar is sommige opzichten is Afrika nog steeds een dark continent, zoals het ooit in de Victoriaanse tijd werd genoemd. Die donkere plekken op de kaart lieten ontdekkingsreizigers naar de oorsprong van de Nijl zoeken of naar verdwenen koninkrijken in Centraal Afrika. Ook qua kruiden en specerijen zijn de diverse Afrikaanse keukens nog volstrekt onbekend. Een voorbeeld daarvan is njangsa.

De boom njangsa (Ricinodendron heudelotii) groeit in tropische delen van West-Afrika. Omdat in die contreien nogal wat stammen leven met volstrekt afwijkende talen, is het duidelijk dat de njangsa ook onder diverse andere namen bekend staat. Zoals zo veel bomen in het tropisch regenwoud groeit ook deze versie erg snel. Hij kan hoogtes bereiken van 20 tot 50 meter en hij heeft dan een stamdiameter van 2.70 meter. De njangsa bloeit met kleine witte bloemen die in een grote tros hangen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ricinodendron, is alvast een combinatiewoord uit het oud-Grieks, waar ricinus 'hondenteek' betekent en dendron 'boom'. Het verklaart de vorm van het blad. Het tweede deel, heudelotii, eert de Franse botanicus Jean-Pierre Heudelot (1802-1837), die tussen 1828 en 1837 planten verzamelde in Guinea en Senegal.

Vooral de oliehoudende zaden, ook njangsa genaamd, zijn erg populair bij de plaatselijke bevolking. Ze hebben een opvallende geur en smaak. Eerst worden ze gedroogd en vervolgens vermalen tot een pasta. Die pasta wordt vervolgens gebruikt als verdikkingsmiddel voor soepen, sauzen en stoofpotjes. Gedroogde zaden kunnen ook gestoomd worden, waarna men ze verkruimelt en als smaakversterker in rijstmaaltijden verwerkt. De jonge bladeren worden als groente gegeten.

Een extract van de schors wordt toegepast als traditioneel medicijn tegen vergiftigingen, omdat – naar nu blijkt – de zaden lupeol bevatten. Er is vastgesteld dat lupeol ontstekingsremmende eigenschappen heeft[1]. Toch knap van die medicijnmannen.

[1] Geetha, Varalakshmi: Anti-inflammatory activity of lupeol and lupeol linoleate in rats in Journal of Ethnopharmacology- 2001 .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten