Afrikaanse nootmuskaat

Portugese, Engelse en Nederlandse zeevaarders hebben eeuwenlang strijd geleverd om de Banda Eilanden, een paar eilandjes die tot de Molukken behoren en nu onderdeel zijn van Indonesië. Op die Banda Eilanden groeide de nootmuskaatboom (Myristica fragrans). De specerijen van die boom, nootmuskaat en foelie, zorgden samen zo'n beetje voor de grootste bron van inkomsten voor de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie.
Het was zeker de moeite waard geweest om die duizenden zeemijlen af te leggen om met zo'n kostbare lading in vaderlandse havens terug te keren, maar misschien was het allemaal niet zo nodig geweest. In tropisch Afrika groeit namelijk een familielid van de nootmuskaat, de Afrikaanse nootmuskaat (Pycnanthus angolensis).

Omdat in de tropen nauwelijk sprake is van seizoenen is ook de Afrikaanse nootmuskaat een altijdgroene boom. Deze boom kan tot 40 meter hoog worden met een stam die anderhalve meter in doorsnede is. De leerachtige bladeren zijn wel 30 centimeter lang. De bloemen zijn roestkleurig en bloeien in trossen bijeen. De vrucht zit logischerwijze ook in trossen, is druppelvormig en is zo'n drie centimeter lang. In die bruine, maar later verkleurend tot geeloranje vrucht, zit een zwarte pit, die op een nootmuskaatnoot lijkt. Om die pit zit een rode zaadmantel of zaadrok en die lijkt weer precies op foelie.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Pycnanthus, is weer eens een combinatiewoord uit het Grieks, waar pyknos (πυκνός) zoiets als 'veel' betekent en anthos (ἄνθος) 'bloem'. Samen is dat dus 'veelbloemig' of 'met veel bloemen'. Het tweede deel, angolensis, betekent '(uit) Angola'.

Goed, we hebben dus een familielid van de nootmuskaat, die daar ook nog eens behoorlijk op lijkt. Hoe zou de Afrikaanse nootmuskaat smaken? Het antwoord is eenvoudig: de Afrikaanse nootmuskaatnoot ruikt en smaakt precies zoals de Aziatische nootmuskaatnoot, al melden kenners dat de noot een iets pittiger nasmaak geeft. Geen wonder dat het een veelgebruikte specerij is in de diverse West-Afrikaanse cuisines.

In oostelijk Nigeria wordt de Afrikaanse muskaatnoot vermalen en in soepen verwerkt. Zo'n soep zou helpen tegen verstopping en tegen overmatig bloeden van de baarmoeder nadat een kind geboren is. Wetenschappelijk onderzoek heeft in ieder geval aangetoond dat de schors van de Afrikaanse nootmuskaat kan helpen om koorts en malaria te behandelen[1]. Daar waren de traditionele genezers op Sao Tomé en Principe, een eilandengroep voor de kust van West-Afrika al eeuwen geleden achter gekomen. Voor hen was het yesterday's news.

[1] Ramalhete et al: Search for antimalarial compounds from Pycnanthus angolensis in Planta Medica - 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten