Selimpeper

Ik geef toe dat het lastig was om een acceptabele Nederlandse naam te vinden voor deze specerij. In het Engels wordt hij meestal grains of Selim genoemd, maar het is zeker geen graansoort. In het Duits en Engels wordt deze specerij ook Mohrenpfeffer, Negerpfeffer, Moor pepper of Negro pepper genoemd. Om allerhande lange tenen te beschermen zullen we hem Selimpeper (Xylopia aethiopica) noemen. Voor de duidelijkheid: de Selimpeper wordt ook gewonnen uit een aantal zeer verwante bomen, maar we gaan het niet moeilijker maken dan het al is.
De selimpeperboom is een boom die een hoogte kan bereiken van wel 30 meter. Hij groeit in de tropische laaglanden van Afrika, in de vochtiger savannagebieden van Afrika en in het regenwoud. Het hout van de boom is termietbestendig en wordt veel gebruikt als constructiehout. De bast wordt gebruikt in de meubelmakerij en om een infusie van te trekken tegen bronchitis.

De boom wordt vermeerderd uit zaad. De eerste drie jaar maakt de boom een sterke groei door, daarna neemt hij gas terug. In West-Afrika bloeit de bloem twee maal per jaar, van maart tot juli en van oktober tot december. De peulen worden onrijp aan de steel als bosje geoogs. Na het oogsten worden de nog geboste peulen enkele dagen in de zon gedroogd en pas daarna van de steel geplukt, maar ze worden in Afrika ook in bosjes verkocht.

De vruchten zijn tot vijf centimeter en hebben een twist. Tijdens het drogen kleuren ze donkerbruin. Elk peul bevat 5 tot 8 zaden van zo'n 5 millimeter groot.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Xylopia, is een combinatiewoord uit het Grieks, waar xylon (ξύλον) 'bitter' betekent en pikron (πικρόν) 'hout'. Samen is dat dus 'bitter hout'. Het tweede deel, aethiopica, is uiteraard '(uit) Ethiopië'.

Nu zou je verwachten dat het de zaden zijn die peperachtig smaken, maar dat is niet het geval. Het zijn de peulen die de pittigheid in zich dragen. De gebruikers doen echter geen moeite om die zaden uit die peulen te halen en vermalen alles. Men omschrijft de smaaksensatie als een mix van cubeb peper en nootmuskaat met een en wat harsige nasmaak. Deze specerij wordt vaak gerookt gedurende het droogproces en dat resulteert in een heerlijke wat rokerige en pittige smaak. Ze worden of vermalen of in zijn geheel toegevoegd aan soepen of stoofpotjes. In het tweede geval worden de Selimpepers verwijderd als het gerecht klaar is.

Dat de natuur volstrekt onvoorspelbaar is, blijkt wel uit het feit dat een broertje van de Selimpeper in Zuid-Amerika woont. De burro peper (Xylopia aromatica) wordt op precies dezelfde manier gebruikt door de inheemse bevolking als die in Afrika.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten