Lange peper

Lange peper (Piper longum) wordt soms de Indian long pepper of pippali genoemd. De eerste alternatieve naam verklaart zijn thuishaven en de tweede de oorspronkelijke naam in het Sanskriet, de oeroude Indiase taal die al meer dan 3500 jaar geleden gesproken werd. De lange peper bereikte Griekenland al in de vijfde of zesde eeuw voor onze jaartelling, al dacht men toen eerst nog dat je het beter als medicijn dan als specerij kon toepassen. Tot het moment dat de Europese ontdekkingsreizigers het Amerikaanse continent ontdekten was lange peper een belangrijke specerij.
Het was gedurende de Middeleeuwen de zelfs meest toegepaste pepersoort in Europa. Hoewel de zwarte peper (Piper nigrum) al in de Romeinse tijd bekend was, verdrong hij de lange peper pas definitief in de 18de eeuw. De Koning van Portugal verbood namelijk in 1640 de handel in lange pepers omdat hij met zwarte peper nog meer winst kon maken. Tegenwoordig is het gebruik van deze specerij beperkt tot de landen waar hij van nature voorkomt.

Het fruit van de liaan, want ook deze pepersoort zoekt zijn weg naar het zonlicht door zich via andere bosbewoners omhoog te werken, bestaat uit vele, minuscule vruchtjes van het formaat maanzaad. Die vruchtjes zitten samen op het oppervlak van de bloemsteel en het geheel lijkt op de katjes van de hazelaar. Deze 'katjes' worden geplukt en, zoals zwarte peper, gedroogd. De pittigheid dankt ook deze peper aan de alkaloïde piperine.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Piper, is via het Grieks en het Perzisch terug te voeren op een oeroud woord uit het Sanskriet: pippali betekende ‘lange peper’. Het tweede deel, longum, is Latijns: longus betekent 'lang' en het verklaart de vorm van de vruchten.
Zoals gezegd werd de lange peper tot de Middeleeuwen veel gebruikt in de diverse regionale keukens. Hij maakte deel uit van specerijenmengsels als het Italiaanse specie forte ('sterk poeder') waarin 100 gram peper, 100 gram kaneel, 100 gram gember, 12.5 gram kruidnagel en 12.5 gram saffraan werd gemengd (Toi una onza de pevere e una de cinamo e una de zenzevro e mezo quarto de garofali e uno quarto de zaferanno).

Deze specerij wordt nog steeds toegepast in de keukens van Maleisische en Indonesische huisvrouwen. In India en Nepal wordt de lange peper gebruikt om ingelegde groenten extra pit te geven. Het is onderdeel van sommige Noord-Afrikaanse specerijenmengsels. Het is de belangrijkste specerij in nihari, een van oorsprong Pakistaans gerecht met stoofvlees dat nu vooral door Indische moslims wordt gegeten.

Er bestaat echter nóg een pepersoort die de naam lange peper draagt. Het is de Piper retrofractum die inheems is op het Indonesische eiland Java en hij lijkt zoveel op chilipepers dat men hem daarmee soms verwart. Laten we deze pepersoort vanaf nu dus maar Javaanse lange peper gaan noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten