Grut (of Gruit)

Voordat hop ons bier die heerlijke bittere smaak gaf (en tegelijkertijd als conserveermiddel diende om het goudgele vocht langer houdbaar te maken) werd in ons land gagel gebruikt. Gagel was echter in het buitenland maar in beperkte mate beschikbaar omdat de struik uitsluitend in Nederland bleek te groeien en derhalve geïmporteerd moest worden.

In andere Europese landen moest men dus een andere oplossing vinden voor de conservering van bier. Grut (of gruit of gruyt) is een ouderwets kruidenmengsel dat ooit gebruikt voor dat doel gebruikt werd. Het bestond veelal uit een mengsel van gagel (Myrica gale), bijvoet (Artemisia vulgaris), gewoon duizendblad (Achillea millefolium), moerasrozemarijn (Ledum palustre), hondsdraf (Glechoma hederacea), malrove (Marrubium vulgare) en struikhei (Calluna vulgaris). De smaken van gagel en moerasrozemarijn zijn niet zo verschillend door hun typerende harsigheid, maar moerasrozemarijn is wat krachtiger van smaak. Verder zaten er soms kruiden in het mengsel als jeneverbessen, rozemarijn, laurierbessen, karwijzaad, wilde tijm, anijszaad en zelfs al hop in variabele proporties. Het recept varieerde nogal omdat niet alle ingrediënten niet altijd in dezelfde mate beschikbaar waren en bovendien gebruikte iedere producent ook nog eens zijn eigen recept dat zorgvuldig geheim werd gehouden. Het gevolg was dat ieder bier een unieke smaak had.
[rood is wijn,bruin is bier, blauw is wodka]
In Zuid-Europa dronk men voornamelijk wijn en de grens tussen wijn- en bierdrinkers kon in het verleden redelijk scherp over de kaart worden getrokken. Het lastige was dat hop een van origine Zuid-Europese plant was en bier in Noordwest-Europa populair was. In 1516 werd echter het Reinheitsgebot in het (toenmalige) Hertogdom Beieren aangenomen en dat verplichtte bierbrouwers om slechts water, gemout graan en hop te gebruiken bij het brouwen van hun bier. Het gebod verbood bovendien het gebruik van kruiden en vruchten.

Het Reinheitsgebot was een eerste aanzet om hop als belangrijkste conserveermiddel in bier toe te passen en het zorgde er mede voor dat het gebruik zich in de rest van de bierbrouwende en bierdrinkende wereld als een olievlek uitbreidde. Grut (of gruit) verdween langzaam uit de samenleving en werd een deel van de brouwgeschiedenis.
Toch is gruitbier niet helemaal verdwenen, want de opkomst van de speciaalbieren heeft ook geleid tot enkele nieuwe versies, zoals Jopen Koyt dat sinds 1995 wordt gebrouwen. Jopen Koyt 'wordt gebrouwen met gruit, een middeleeuws kruidenmengsel waarin ritueel geplukte gagel heel bepalend is. Volgens de mythe kan gagel hallucinerend werken en om dit te vermijden dient gagel geplukt te worden door blote heksen bij volle maan', althans dat claimt de tekst op de website van de brouwer.

De naam 'gruit' is een broertje van 'gruis' en heeft dus de betekenis van 'verpulverde (kruiden)'. Een andere route heeft geleid tot woorden als 'gries(meel)', 'gorten(pap) en 'gierst'. In alle gevallen betekent het woord dus iets als 'klein gemaakt'. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal uit 1681 zegt hierover: "Grut beteekend al het geen klein gebrooken is.". De alternatieve uitspraak 'grut' is zelfs heden ten dage nog in gebruik in het woord 'grootgrutter' met de betekenis van 'supermarktketen'. Het is een overblijfsel van het gebruik van 'grutter' als alternatief voor 'kruidenier'. Ook kennen we nog de uitdrukking 'grote grutjes'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten